Allereerst besteden wij hierna aandacht aan een aantal politieke trends en fiscale ontwikkelingen die van belang zijn voor familiebedrijven en hun aandeelhouders. Daarna kijken wij graag met u vooruit naar wat Prinsjesdag 2022 nog meer kan gaan brengen.

1. Politieke trends en fiscale ontwikkelingen


Een van de belangrijkste uitdagingen voor het kabinet is de noodzaak van extra inkomsten voor de financiering van hogere uitgaven, bijvoorbeeld uitgaven als gevolg van de oplopende inflatie en het daarmee samenhangende koopkrachtpakket. Het wordt algemeen verwacht dat met name de lagere en middeninkomens daarbij zullen worden ontzien.

Verhoging belastingheffing op winsten van energiebedrijven

Het kabinet heeft op 1 juli 2022 een brief aan de Tweede Kamer gezonden waarin wordt ingegaan op het idee om een belastingheffing op zogenaamde excessieve winsten van (investeerders in) energiebedrijven in te zetten ten gunste van huishoudens die moeite hebben rond te komen als gevolg van de gestegen energieprijzen.

Uit deze brief blijkt dat het niet eenvoudig zal zijn om een dergelijke ‘meevallersheffing’ (ook wel aangeduid als ‘solidariteitsheffing’ of ‘windfall tax’) in te voeren of het tarief van de reeds bestaande mijnbouwheffing te verhogen voor olie- en gasproducenten (die al ongeveer 70 procent van hun winst afdragen aan de Nederlandse Staat). Voor een uitgebreidere samenvatting van de brief over de belastingheffing van energiebedrijven verwijzen wij naar ons nieuwsbericht van 26 augustus 2022.

N.B.: Ondanks voornoemde aarzeling van het kabinet volgt uit de (informele) mediaberichtgeving - dat het kabinet op basis van het in augustus gesloten Begrotingsakkoord op Prinsjesdag 2022 naar verwachting toch zal komen met plannen voor een hogere mijnbouwheffing voor energiebedrijven.

Verhoging vennootschapsbelastingtarief

Een in de brief van het kabinet beschreven alternatieve optie is de verhoging van het vennootschapsbelastingtarief voor alle belastingplichtigen. Deze tariefverhoging komt dan boven op de eerder aangekondigde verlaging van de laagste tariefschijf van € 395.000 (schijflimiet sinds 2022) naar € 200.000. Hierbij wordt opgemerkt dat bij een tariefverhoging van de vennootschapsbelasting de gevolgen voor het vestigings- en investeringsklimaat van Nederland moeten worden meegewogen; Nederland moet aantrekkelijk blijven voor (buitenlandse) bedrijven. Een stabiel fiscaal beleid is daarvan ook onderdeel.

N.B.: Uit de mediaberichtgeving over het Begrotingsakkoord volgt dat het kabinet op Prinsjesdag 2022 naar verwachting zal komen met plannen om het lage opstaptarief in de vennootschapsbelasting te verhogen van 15% naar 19%.

Zwaarder belasten van vermogen


Een andere ontwikkeling die de aandacht van het kabinet heeft, is welvaartsongelijkheid. Daartoe zijn onder meer de resultaten van drie rapporten relevant:

  • CPB-onderzoek ‘Ongelijkheid en herverdeling’
    Op 25 maart 2022 zijn de resultaten van het onderzoek ‘Ongelijkheid en herverdeling’ van het Centraal Planbureau (CPB) in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verschenen. Volgens dit onderzoek zijn het met name overheidsuitgaven zoals toeslagen en bijstand die voor herverdeling van inkomsten tussen Nederlandse huishoudens zorgen. Belastingheffing levert daar veel minder een bijdrage aan. Uit het onderzoek volgt ook dat hogere inkomens geen groter deel van hun inkomen afdragen aan belastingen dan lagere inkomens.

  • CPB-rapport ‘Evaluatie fiscale regelingen gericht op bedrijfsoverdracht’
    In dit rapport worden de fiscale regelingen gericht op bedrijfsoverdracht geëvalueerd. Het CPB concludeert dat zowel de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) als de doorschuifregelingen in de inkomstenbelasting (DSR) doeltreffend zijn, doordat zij belastingheffing grotendeels voorkomen (BOR) of uitstellen (DSR). De BOR is volgens het rapport echter niet doelmatig doordat bij circa driekwart van de overdrachten bij de erflaters, schenkers of verkrijgers voldoende vrije financiële middelen aanwezig zijn om de erf- of schenkbelasting direct te betalen. Op die conclusies zijn wel de nodige nuances aan te brengen. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar onze blog van 1 juni 2022.

    Het kabinet zal op Prinsjesdag 2022 naar verwachting reageren op deze evaluatie en rapporteren over hoe de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten kunnen worden verbeterd en oneigenlijk gebruik van de regeling kan worden tegengegaan.

    Bedrijfsoverdrachten mogelijk zwaarder belast

    Het is mogelijk dat bedrijfsoverdrachten in de toekomst zwaarder zullen worden belast. Zo kwamen oppositiepartijen op 7 juni 2022 met een initiatiefwetsvoorstel gericht op versobering van de bedrijfsopvolgingsregelingen en wijzigingen in box van de inkomstenbelasting. Zie voor nadere informatie hierover onze nieuwsbrief van 10 juni 2022.

    Ondanks dat het kabinet zelf nog geen wetswijzigingen heeft aangekondigd en deze ook niet in mediaberichtingeving worden gemeld, is het niet uitgesloten dat het kabinet op Prinsjesdag tóch met wetswijzigingen komt op het terrein van bedrijfsoverdrachten. Mocht u overwegen om uw familiebedrijf in de (nabije) toekomst over te dragen, dan is nu hét moment om daar (versneld) naar te kijken.

    Meer weten over bedrijfsopvolging?

    In onze Tackling podcast van 28 oktober 2021: ‘Bedrijfsopvolging, hoe een goede voorbereiding het verschil kan maken’, bespreken gastvrouw Eline Ronner en gasten van netwerkorganisatie Familiebedrijven Nederland (FBNed) en Loyens & Loeff op welke wijze een bedrijfsopvolging binnen het familiebedrijf het beste kan worden voorbereid.

  • IBO-onderzoek ‘Licht uit, spot aan: vermogensverdeling’

    Op 8 juli 2022 heeft het kabinet het rapport van het Interdepartementale Beleidsonderzoek (IBO) ‘Licht uit, spot aan: vermogensverdeling’ aangeboden aan de Tweede Kamer. Volgens het rapport vergroot het huidige fiscaal beleid de verschillen tussen huishoudens in de bestaande vermogensverdeling. Zo ervaart de top 1% een lagere gemiddelde belastingdruk dan andere huishoudens. Deze lagere belastingdruk ontstaat doordat inkomen uit arbeid zwaarder wordt belast dan inkomen uit vermogen. In het rapport worden een aantal beleidsrichtingen gedaan om vermogen zwaarder te belasten tegenover arbeid en wordt een aantal ‘opmerkelijke belastingconstructies’ benoemd. Enkele van de genoemde ‘belastingconstructies’ zijn (i) schenkingen aan eigen goede doelstichtingen, (ii) vastgoedontwikkeling belasten in box 3 versus belasten in box 1, (iii) beleggingsinkomen belasten in box 2 versus belasten in box 3 en (iv) oneigenlijk gebruik van de bedrijfsopvolgingsregeling.

    Het kabinet zal op Prinsjesdag komen met een reactie op het onderzoek.

     N.B.: Uit de mediaberichtgeving over het Begrotingsakkoord volgt dat de Staatssecretaris van Financiën ‘carte blanche’ zou hebben gekregen om aan de hand van het IBO-onderzoek maatregelen te introduceren die op termijn een structurele opbrengst van € 500 miljoen zouden moeten genereren.

2. Verder vooruitkijkend naar Prinsjesdag 2022


Wat brengt Prinsjesdag 2022 het Nederlandse familiebedrijf? Naast fiscale maatregelen langs de lijnen van de hierboven beschreven politieke trends zijn eerder ook al fiscale wetswijzigingen aangekondigd of uitgelekt. Graag kijken wij met u vooruit.

Wij hebben ons daarbij onder meer gebaseerd op de plannen die onderdeel uitmaken van het Coalitieakkoord, de Voorjaarsnota 2022 én de (informele) mediaberichtgeving over het Begrotingsakkoord voor. Mocht u de plannen uit het Coalitieakkoord nog eens willen doornemen, lees dan ons nieuwsbericht van 15 december 2021.

  • Aanpassing tarief vennootschapsbelasting

    Het kabinet is van plan om de schijfgrens van de laagste tariefschijf in de vennootschapsbelasting te verlagen van € 395.000 naar € 200.000. De beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2023. Hoewel het Begrotingsakkoord officieel op Prinsjesdag bekend zal worden gemaakt, meldt de media dat het lage opstaptarief in de vennootschapsbelasting zal worden verhoogd van 15% naar 19%. Het tweeschijvenstelsel zou naar verluidt in stand blijven.

  • Invoering twee tarieven box 2 inkomstenbelasting (aanmerkelijk belang)

    Het kabinet wil twee schijven in box 2 invoeren. Daarbij moet het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2-inkomen) tot en met € 67.000 worden belast tegen een tarief van 26% en het meerdere tegen een tarief van 29,5%. De beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2024. Dit plan van het kabinet is afkomstig uit de Voorjaarsnota 2022 en gaat minder ver dan een initiatiefwetsvoorstel van de oppositie.

  • Verhoging tarief box 3 inkomstenbelasting (sparen en beleggen)

    Ook de vermogensrendementsheffing stijgt volgens het uitgelekte Begrotingsakkoord in stappen van 31% in 2022 naar uiteindelijk 34% in 2025.

  • Verlaging eerste tariefschijf box 1 inkomstenbelasting (werk en woning)

    Naar verluidt wordt de inkomstenbelasting verlaagd door lagere heffing in de eerste schijf en een hogere arbeidskorting. De omvang van deze verlaging is nog niet bekend.

  • Verhoging algemeen tarief overdrachtsbelasting

    Het kabinet wil het algemeen tarief voor de overdrachtsbelasting verhogen van 8% naar 10,1%. Uit het Begrotingsakkoord zou volgen dat dit tarief nog verder stijgt naar 10,4%. De beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2023. Het hoge algemene tarief geldt niet voor de verkrijging van woningen door particulieren die deze zelf langdurig gaan bewonen. Dit blijft 2% (en 0% in specifieke situaties).

  • Nieuwe box 3-regime

    Het kabinet is van plan om een nieuwe box 3-heffing te introduceren op basis van het daadwerkelijke behaalde rendement. De beoogde inwerkingtreding is inmiddels opgeschoven naar 1 januari 2026. Tot dat moment wordt een tijdelijk box 3-stelsel voorgesteld. Het kabinet heeft hierbij vooralsnog gekozen voor de zogenoemde forfaitaire spaarvariant, waarbij belastingplichtigen belast worden over een fictief rendement over hun (i) spaarvermogen, (ii) overige bezittingen en (iii) een aftrek voor schulden. De beoogde inwerkingtreding is vanaf 1 januari 2023.

  • Actualisatie leegwaarderatio

    Naar aanleiding van het op 8 juli 2022 gepubliceerde SEO-rapport over de leegwaarderatio wil het kabinet de leegwaarderatio actualiseren. Dit heeft tot gevolg dat de fiscale waarde van een verhuurde of verpachte woning zal stijgen. De beoogde inwerkingtreding is vanaf 1 januari 2023.

  • Kabinetsreactie op SEO-onderzoek ‘Evaluatie FBI en VBI’

    Het kabinet komt mogelijk op Prinsjesdag met een inhoudelijke reactie op het op 12 juli 2022 gepubliceerde SEO-onderzoek ‘Evaluatie FBI en VBI’.

  • Kabinetsreactie op CPB-rapport ‘Evaluatie fiscale regelingen gericht op bedrijfsoverdracht’

    Het kabinet zal op Prinsjesdag reageren op de evaluatie van de fiscale regelingen gericht op bedrijfsoverdracht; en rapporteren over hoe de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten kunnen worden verbeterd en oneigenlijk gebruik van de regeling kan worden tegengegaan.

  • Verhoging budget MIA, EIA, VAMIL

    Vanaf 2023 wordt het budget voor de Energie-investeringsaftrek (EIA) met € 50 miljoen verhoogd. Vanaf 2025 wordt het budget voor de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) met € 30 miljoen verhoogd. De beoogde inwerkingtredingsdatum voor de verhoging van de EIA is 1 januari 2023.

  • 30%-regeling tot Balkenendenorm

    Het kabinet wil dat de 30%-regeling (voor expats) maximaal tot de WNT-norm (€ 216.000 in 2022) gaat gelden. Er geldt een afbouwperiode van drie jaar. De beoogde inwerkingtredingsdatum is 1 januari 2024.

  • Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding

    Het kabinet wil de onbelaste reiskostenvergoeding met 1-1,5 cent per kilometer gaan verhogen. Het kabinet is nog bezig met de precieze uitwerking. De beoogde inwerkingtredingsdatum is 1 januari 2023.

  • Verhoging gebruikelijk loon

    De huidige doelmatigheidsmarge om het gebruikelijk loon vast te stellen aan de hand van een vergelijkbare dienstbetrekking is 25%. Dit percentage wil het kabinet verlagen naar 15%. De beoogde inwerkingtredingsdatum is 1 januari 2023. Uit (informele) mediaberichtgeving over het Begrotingsakkoord volgt dat het kabinet het gebruikelijk loon mogelijk nog verder gaat verhogen.

  • Afschaffen verhuurderheffing

    Het kabinet wil de verhuurderheffing afschaffen. De consultatie omtrent het wetsvoorstel is afgerond. De beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2023.

  • Kabinetsreactie op onderzoek naar de toekomst van de schenk- en erfbelasting
    Het kabinet komt mogelijk op Prinsjesdag met een reactie op het onderzoek naar de toekomst van de schenk- en erfbelasting.
  • Geen invorderingsrente in bijzondere situaties

    Het kabinet wil bijzondere situaties aanwijzen waarin géén invorderingsrente in rekening wordt gebracht. Hiermee wil het kabinet waarschijnlijk meer mogelijkheden bieden aan uitvoeringsinstanties om maatwerk te leveren. De beoogde inwerkingtredingsdatum is 1 januari 2023.

Meer informatie over (verwachte) wetswijzigingen?


Wilt u weten welke wetswijzigingen er nog meer worden verwacht die gevolgen hebben voor het Nederlandse familiebedrijf? Of heeft u na het lezen van deze nieuwsbrief behoefte aan een nadere toelichting op een of meer onderwerpen? Of heeft u interesse in een vrijblijvend kennismakingsgesprek? Neem dan contact op met uw Loyens & Loeff-adviseur of met een van onze adviseurs van het team Family Owned Business & Private Wealth.




Disclaimer

Hoewel deze publicatie met grote zorgvuldigheid is samengesteld, aanvaarden Loyens & Loeff N.V. en alle andere entiteiten, samenwerkingsverbanden, personen en praktijken die handelen onder de naam ‘Loyens & Loeff’, geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit deze uitgave zonder hun medewerking. De aangeboden informatie is bedoeld ter algemene informatie en kan niet worden beschouwd als advies.