Download hier het PDF-bestand.

Verhoging drempel 'Wet excessief lenen bij eigen vennootschap'

Op 17 juni 2020 heeft het demissionaire kabinet het wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’ aan de Tweede Kamer aangeboden. Met dit wetsvoorstel wordt beoogd om leningen van een vennootschap aan haar directeur-grootaandeelhouder en andere aanmerkelijkbelanghouders (ab-houder) te ontmoedigen.

Op basis van het huidige wetsvoorstel wordt vanaf 1 januari 2023 een fictieve winstuitdeling in aanmerking genomen voor zover de schulden van de ab-houder en zijn/haar partner aan de eigen vennootschap gezamenlijk meer bedragen dan 500.000 euro. Het coalitieakkoord beschrijft het voornemen om dit drempelbedrag te verhogen van 500.000 euro naar 700.000 euro.

Wilt u meer weten over de ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’? Lees dan ook ons nieuwsbericht van 4 oktober 2021 over dit wetsvoorstel.

Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten

De coalitiepartijen benadrukken dat de huidige bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de erf- en schenkbelasting en de inkomstenbelasting belangrijk zijn voor de continuïteit van familiebedrijven. Zij spreken af om te gaan onderzoeken hoe de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten kunnen worden verbeterd, maar ook hoe oneigenlijk gebruik van de faciliteiten kan worden tegengegaan. Welk oneigenlijk gebruik de coalitiepartijen daarbij voor ogen hebben, maakt het coalitieakkoord helaas niet duidelijk.

In 2022 wordt een al lopende evaluatie van de huidige bedrijfsopvolgingsfaciliteiten afgerond. Naar verwachting zullen de uitkomsten van die evaluatie worden gebruikt voor het doen van nieuwe voorstellen. Familiebedrijven en hun aandeelhouders moeten er daarom rekening mee blijven houden dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de komende kabinetsperiode zullen worden gewijzigd.

Meer weten over de ontwikkelingen rondom de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten? Luister dan ook onze podcast over bedrijfsopvolgingen via deze link.

Mogelijke grondslagverbreding vennootschapsbelasting

De coalitiepartijen stellen voor om de zogenoemde ‘Controlled Foreign Company’ (CFC)-maatregel van de Commissie Ter Haar in te voeren. De bestaande CFC-regeling is een specifieke anti-misbruikbepaling die inkomsten van entiteiten in laagbelaste landen in de Nederlandse belastingheffing betrekt. De Commissie Ter Haar heeft in 2020 voorstellen gedaan om de huidige CFC-regeling aan te scherpen, bijvoorbeeld door deze ook toe te passen op de door een CFC uitgekeerde winsten en door de uitzondering voor wezenlijke economische activiteiten aan te passen.

De coalitiepartijen bevestigen daarnaast dat zij de zogenoemde Pillar II-maatregel in zullen voeren. De Pillar II-maatregel betreft, kortweg, de invoering van een wereldwijd minimum winstbelastingtarief van 15% om de grondslaguitholling van winstbelastingen tegen te gaan. Deze maatregel wordt effectief vanaf het jaar 2023.

Het coalitieakkoord beschrijft dat, in het geval de CFC-maatregel, en de Pillar II-maatregel onvoldoende belastingopbrengsten genereren, zal worden gekeken naar andere maatregelen om de grondslag voor de vennootschapsbelasting te verbreden. Bij andere maatregelen kan worden gedacht aan aanpassingen in het lage vennootschapsbelastingtarief (vanaf 2022 15%) en de daarbij horende schijflengte (de eerste schijf in de vennootschapsbelasting loopt vanaf 2022 tot 395.000 euro).

Herziening box 3 van de inkomstenbelasting

Het coalitieakkoord bevat plannen voor een stapsgewijze aanpassing van box 3 van de inkomstenbelasting waarbij de belastingheffing op basis van een forfaitair rendement wordt vervangen door een heffing op basis van het werkelijk behaald rendement.

Als eerste stap zou per 1 januari 2023 de zogenoemde leegwaarderatio voor verhuurde woningen in box 3 worden afgeschaft. De opbrengst daarvan zal  worden gebruikt om het heffingvrije vermogen in box 3 te verhogen van 50.000 euro naar circa 80.000 euro per persoon.

Per 1 januari 2025 zal vervolgens een nieuw box 3-stelsel op basis van reëel rendement worden ingevoerd. In dit nieuwe stelsel worden inkomsten uit vermogen in box 3 belast op basis van werkelijk rendement. Een belangrijke uitzondering is de waardeontwikkeling van vastgoed. Deze waardeontwikkeling zal in eerste instantie nog op basis van een forfaitair rendement belast blijven, maar de bedoeling is om op termijn ook voor de waardeontwikkeling van vastgoed over te stappen naar belastingheffing op basis van het werkelijk behaald rendement.

Afschaffing schenkingsvrijstelling eigen woning

Op basis van huidige wetgeving geldt onder voorwaarden een vrijstelling voor de heffing van schenkbelasting van maximaal 105.302 euro, indien de schenking, kort gezegd, wordt gebruikt voor de aankoop, verbouwing en/of aflossing van een hypotheekschuld van een eigen woning.

De coalitiepartijen kondigen aan om deze vrijstelling in de schenkbelasting voor de eigen woning per 1 januari 2024 af te schaffen.

Verhoging tarief overdrachtsbelasting voor niet-woningen

Het coalitieakkoord bevat plannen om het tarief in de overdrachtsbelasting voor de verkrijging van (i) niet-woningen en (ii) woningen die de verkrijger niet zelf gaat bewonen per 2023 te verhogen van 8% naar 9%. Met deze maatregel willen de coalitiepartijen ruimte op de woningmarkt creëren voor niet-beleggers.

Afschaffing verhuurderheffing   

Woningcorporaties en particulieren die meer dan 50 huurwoningen bezitten, waarvan de maandelijkse huurprijs niet hoger is dan de zogenoemde huurtoeslaggrens (752,33 euro in 2021), betalen momenteel jaarlijks verhuurderheffing. De coalitiepartijen kondigen aan om de verhuurderheffing per 1 januari 2023 af te schaffen om op die manier woningcorporaties in de periode 2020 – 2030 de financiële ruimte te geven om sociale huurwoningen te bouwen en bestaande huurwoningen te verduurzamen. 

Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding

Werkgevers kunnen werknemers momenteel een onbelaste reiskostenvergoeding van 0,19 euro per kilometer verstrekken indien een werknemer met eigen vervoer, carpool of openbaar vervoer naar werk reist. Het coalitieakkoord bevat het voornemen om deze onbelaste reiskostenvergoeding per 1 januari 2024 te verhogen. De precieze verhoging zal nader worden uitgewerkt.

Budgetverhogingen Energie-investeringsaftrek en Milieu-investeringsaftrek

Ondernemingen die investeren in energiebesparende bedrijfsmiddelen of duurzame energie kunnen gebruik maken van de zogenoemde Energie-investeringsaftrek (EIA). Met toepassing van de EIA kunnen ondernemingen onder voorwaarden 45,5% van de investeringskosten aftrekken van de fiscale winst.

Aanvullend op de EIA biedt de Milieu-investeringsaftrek (MIA) ondernemingen een extra aftrekmogelijkheid om de fiscale winst te verlagen bij investeringen in bepaalde innovatieve en milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. Het huidige demissionaire kabinet heeft op Prinsjesdag 2021 al aangekondigd om de percentages van de MIA per 1 januari 2022 te verhogen van 13,5%, 27% en 36% naar respectievelijk 27%, 36% en 45%.

De coalitiepartijen zijn voornemens om de budgetten voor de EIA en MIA per 1 januari 2023 structureel te verhogen met respectievelijk 50 miljoen euro en 30 miljoen euro.

Vooralsnog geen voorstellen om de innovatiebox te wijzigen

Winsten behaald met innovatieve activiteiten kunnen onder voorwaarden worden belast in de innovatiebox in plaats van het reguliere vennootschapsbelastingregime. Het tarief van de innovatiebox is afgelopen jaren stapsgewijs verhoogd van 5% (2017) naar 9% (2021). Het coalitieakkoord beschrijft geen voorgenomen wijzigingen van de innovatiebox.

Vervolg

Het is goed om te weten dat de diverse plannen in de komende jaren nog kunnen wijzigen, of dat nieuwe plannen gedurende de termijn van het nieuwe kabinet kunnen worden geïntroduceerd. Het coalitieakkoord is ook een hoofdlijnenakkoord dat ruimte laat voor verdere uitwerking. Gelet op het feit dat de coalitiepartijen bovendien geen meerderheid hebben in de Eerste Kamer, mag worden verwacht dat een aantal plannen nog zullen wijzigen als gevolg van politieke onderhandelingen.

Contact

Heeft u vragen over deze nieuwsbrief? Of heeft u interesse in een vrijblijvend kennismakingsgesprek? Neem dan contact op met uw Loyens & Loeff-adviseur of met een van onze adviseurs van het team Family Owned Business & Private Wealth. Wij zijn u graag van dienst bij het in kaart brengen van de gevolgen van het wetsvoorstel in uw situatie.