Evaluatie fiscale regelingen gericht op bedrijfsoverdracht


Op dit moment is het onder voorwaarden mogelijk om een familiebedrijf op fiscaal vriendelijke wijze over te dragen aan de volgende generatie. Het doel van de BOR en DSR is het waarborgen van de continuïteit van ondernemingen bij reële bedrijfsopvolgingen. Met de BOR en DSR worden fiscale belemmeringen bij het overdragen van een onderneming aan de volgende generatie zoveel als mogelijk beperkt:

  • Indien de BOR in de schenk- en erfbelasting toepassing vindt, is onder voorwaarden een vrijstelling van toepassing. De vrijstelling ziet op overgedragen ondernemingsvermogen en bedraagt 100% tot een bedrag van € 1.134.403 en een vrijstelling van 83% voor het meerdere (afstelregeling).
  • Indien de DSR in de inkomstenbelasting toepassing vindt, hoeft onder voorwaarden bij de overdracht van aandelen geen vervreemdingswinst in box 2 in aanmerking te worden genomen. De (lage) verkrijgingsprijs van de aandelen van de overdrager wordt doorgeschoven naar de verkrijgers, zodat toekomstige heffing wordt gewaarborgd (uitstelregeling).

Uit het onderzoek van het CPB volgt dat zowel de BOR als de DSR doeltreffend zijn doordat zij belastingheffing grotendeels voorkomen (BOR) of uitstellen (DSR). Het CPB maakt daarbij de kanttekening dat hetzelfde doel ook op een andere manier kan worden bereikt. De belangrijkste conclusie uit het onderzoek lijkt te zijn dat de BOR niet doelmatig en noodzakelijk is; volgens het CPB zijn bij circa driekwart van de bedrijfsoverdrachten voldoende vrije financiële middelen aanwezig om de erf- of schenkbelasting direct te betalen. In de overige gevallen stelt het CPB dat een (verruimde) betalingsregeling ook zou kunnen volstaan.

Ten aanzien van de DSR geeft het CPB aan dat deze niet kwantitatief kan worden getoetst in termen van noodzakelijkheid en doelmatigheid, omdat de omvang van de belastingclaim die door de DSR wordt doorgeschoven niet bekend is. Alhoewel deze toets ontbreekt, is de conclusie van het CPB dat de DSR doelmatiger is dan de BOR, omdat de DSR leidt tot uitstel van belastingheffing in plaats van afstel.

Continuïteit familiebedrijf


Bij nadere lezing van het evaluatierapport blijkt dat de conclusie over doelmatigheid van de BOR enige nuance behoeft. Het CPB geeft in haar onderzoek namelijk ook aan dat bij circa 70% tot 90% van de bedrijfsopvolgingen waarbij (middel)grote familiebedrijven zijn betrokken (ondernemingen met een waarde van meer dan € 5 miljoen) zonder BOR de vrije middelen ontbreken om de verschuldigde belastingen volledig te voldoen. Dit komt doordat nalatenschappen met grotere ondernemingsvermogens in verhouding minder vrije middelen bevatten. Het CPB geeft daarbij als ‘oplossing’ dat grotere ondernemingen over het algemeen eenvoudiger financiering kunnen aantrekken dan kleine bedrijven, waardoor in veel gevallen in de financieringsbehoefte kan worden voorzien.

De vraag is of dat aansluit bij de aard van het Nederlandse familiebedrijf. Veel familiebedrijven hechten sterk aan hun onafhankelijkheid ten opzichte van externe financiers en het is juist deze behoudende koers die het Nederlandse familiebedrijf steeds – veelal zonder overheidssteun – door economisch moeilijke tijden weet te loodsen. Het moeten aantrekken van financiering of het noodgedwongen moeten onttrekken van middelen aan de onderneming c.q. het liquide maken van investeringen kan daarnaast een negatief effect hebben op de solvabiliteit van het bedrijf en daarmee op de investerings- en groeicapaciteit van belangrijke Nederlandse werkgevers. De gedachte dat familiebedrijven belastingschulden van hun aandeelhouders zelf (extern) zouden moeten financieren staat dan ook haaks op de fundamenten van het familiebedrijf, op een gezonde ontwikkeling van ondernemingsactiviteiten én op de al jaren breed politiek gedragen wens om schuldfinanciering van ondernemingen te ontmoedigen.

Een versobering of zelfs vervanging van de BOR met een betalingsregeling kan de continuïteit van (grotere) familiebedrijven dan ook in gevaar brengen. Dit heeft een directe invloed op het Nederlandse vestigingsklimaat en op de werkgelegenheid. Grotere familiebedrijven opereren bovendien vaak internationaal en kunnen, mede gelet op het feit dat een bedrijfsoverdracht in de meeste Europese landen (wel) ruim wordt gefacilieerd, een concurrentienadeel ondervinden als gevolg van het niet kunnen toepassen van de BOR.

Afsluitend


Het evaluatierapport kan de politiek aanleiding geven om een versobering of afschaffing van de BOR en/of de DSR hoger op de politieke agenda te plaatsen. Wij hopen dat daarbij ook politiek voldoende aandacht blijft bestaan voor de belangrijke nuances in het CPB-rapport en de kwetsbaarheid van familiebedrijven bij afschaffing van de BOR. Het is zaak om in te blijven zetten op de continuïteit van de Nederlandse familiebedrijven op de lange termijn.

Kom in actie


Overweegt u uw familiebedrijf in de (nabije) toekomst over te dragen aan de volgende generatie? Wacht dan niet langer met het inwinnen van (nader) advies. Kom in actie.

Indien reeds aan alle voorwaarden voor de BOR wordt voldaan, kan het voorgaande aanleiding zijn om een beoogde (toekomstige) bedrijfsopvolging op korte termijn uit te voeren.

Contact


Heeft u vragen over dit nieuwsbericht? Of heeft u interesse in een vrijblijvend kennismakingsgesprek? Neem dan contact op met uw Loyens & Loeff-adviseur of met een van onze adviseurs van het team Family Owned Business & Private Wealth.