Kabinetsreactie op het CPB-rapport over de BOR


Het CPB heeft de doeltreffendheid, noodzakelijkheid en doelmatigheid van de BOR onderzocht. Voor een nadere beschouwing van het CPB-rapport verwijzen wij naar onze blog van 1 juni 2022. Het kabinet geeft in reactie op het rapport aan dat zij ervoor kiest de BOR niet af te schaffen, maar aan te passen. Het kabinet stelt nog steeds achter de doelstelling van de BOR te staan: het voorkomen van liquiditeitsproblemen bij (reële) bedrijfsopvolgingen. Daarmee wordt blijk gegeven van een begrip van belangrijke nuances in het CPB-rapport en de kwetsbaarheid van (grotere) familiebedrijven bij afschaffing van de BOR.

Wel wil het kabinet knelpunten in de BOR adresseren en oneigenlijk gebruik van de BOR beperken. De regelingen zullen daartoe worden aangepast. Het kabinet wil daarbij niet alleen ‘oneigenlijk gebruik’ tegengaan, maar nadrukkelijk ook oog hebben voor de knelpunten die ondernemers bij toepassing van de BOR ervaren.

Wat zijn de plannen voor de BOR?

Het kabinet heeft in een eerder stadium al aangegeven dat verhuurd vastgoed aan derden voor de BOR standaard als beleggingsvermogen zal worden aangemerkt. Vastgoed dat wordt gebruikt binnen de eigen onderneming blijft tot het ondernemingsvermogen behoren. Onduidelijk is op dit moment nog welke reikwijdte de ‘eigen onderneming’ heeft en bijvoorbeeld welk belang een verhuurder in een onderneming moet houden om te kunnen spreken van vastgoed in eigen gebruik.

Het kabinet zal de komende maanden kijken welke aanpassingen in de BOR nog meer wenselijk zijn. Daarbij zal onder meer onderzoek worden gedaan naar:

  1. andere mogelijkheden om het onderscheid tussen ondernemings- en beleggingsvermogen te verbeteren
  2. de mogelijkheid om toepassing van de BOR te beperken tot gewone aandelen (met stemrecht),
  3. het eventueel laten vervallen van de dienstbetrekkingseis in de inkomstenbelasting,
  4. aanpassing van de bezits- en voortzettingseis in de BOR zodat deze beter past bij de dynamiek van ondernemingen en
  5. eenmalige toepassing van de BOR bij overdracht van dezelfde onderneming tussen dezelfde personen.

Daarnaast overweegt het kabinet om de toegang tot de BOR te beperken tot ondernemingen die voor een bepaald minimumbelang in handen zijn van dezelfde familie. Het kabinet realiseert zich echter dat ook daar de nodige kanttekeningen bij zijn te plaatsen.

In het voorjaar zal het kabinet de tussentijdse conclusies van bovenstaand onderzoek meenemen in de besluitvorming. De Tweede Kamer wordt uiterlijk aan het eind van de eerste helft van 2023 nader geïnformeerd over de uitkomsten daarvan. Het kabinet is voornemens om de uitkomsten van het onderzoek mee te nemen in het Belastingplan 2024, wat duidt op nieuwe wetgeving per 1 januari 2024.

Kom in actie


Overweegt u uw familiebedrijf in de (nabije) toekomst over te dragen? Wacht dan niet langer met het inwinnen van (nader) advies. Indien reeds aan alle voorwaarden voor de BOR wordt voldaan, kan het voorgaande aanleiding zijn om de beoogde (toekomstige) bedrijfsopvolging op korte termijn in gang te zetten.

Kabinetsreactie op SEO-onderzoek ‘Evaluatie fbi en vbi’

Vastgoedmaatregel voor fbi’s uitgesteld tot 1 januari 2025

Het kabinet heeft naar aanleiding van het SEO-onderzoek op Prinsjesdag 2022 al de zogenoemde ‘vastgoedmaatregel’ aangekondigd. De vastgoedmaatregel houdt kort gezegd in dat een fbi (fiscale beleggingsinstelling) niet meer direct in vastgoed mag beleggen. Voor meer informatie verwijzen wij naar onze nieuwsbrief van 20 september 2022. Als gevolg van deze maatregel wordt de winst van vastgoed-fbi’s vanaf inwerkingtreding belast tegen het reguliere vpb-tarief.

Aanvankelijk zou de vastgoedmaatregel op 1 januari 2024 in werking treden. Het kabinet heeft echter – mede naar aanleiding van geuite zorgen over het tijdsbestek om te reorganiseren tijdens consultatie van (participanten in) vastgoed-fbi’s en (institutionele) beleggers – besloten om de inwerkingtreding van de maatregel uit te stellen tot 1 januari 2025. Met de uitgestelde inwerkingtreding wil het kabinet de praktijk voldoende tijd bieden om te anticiperen op de gevolgen van deze maatregel. De uitgestelde inwerkingtreding van de vastgoedmaatregel hangt ook samen met het besluit van het kabinet om te voorzien in tegemoetkomend beleid in de overdrachtsbelasting per 1 januari 2024. Het gaat om een voorwaardelijke vrijstelling van overdrachtsbelasting gedurende het jaar 2024 voor herstructureringen die direct samenhangen met de vastgoedmaatregel.

Vbi-regime vervalt voor familiefondsen vanaf 2024


Het kabinet hecht eraan collectief beleggen te blijven faciliteren en is daarom voornemens het vbi-regime (de vrijgestelde beleggingsinstelling) - in aangepaste vorm – te handhaven. In lijn met de aanbevelingen van het SEO wordt overwogen de regeling per 1 januari 2024 te versoberen door deze bijvoorbeeld alleen open te stellen voor beleggingsinstellingen die een vergunning hebben en onder toezicht staan van de Autoriteit Financiële Marketen (AFM) en de Nederlandsche Bank (DNB). Als gevolg van deze voorgenomen maatregel zullen veel familiefondsen die hebben geopteerd voor het vbi-regime vanaf 2024 regulier belastingplichtig worden voor de vennootschapsbelasting.

Als u belegt in een vbi is het met het oog op deze aanpassing belangrijk om in 2023 na te gaan of de (belaste) vbi voor uw beleggingen nog de juiste rechtsvorm is en of er vóór inwerkingtreding van de nieuwe maatregel nog een reorganisatie kan worden doorgevoerd.

Aanpassing definitie (open) FGR


Op 29 maart 2021 is het conceptwetsvoorstel ‘Wet aanpassing fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen’ gepubliceerd, waarin onder meer een aangepaste definitie van het (open) FGR was opgenomen (zie ook onze nieuwsbrief van 30 maart 2021). Uit de inhoudelijke reacties op het consultatievoorstel is gebleken dat de voorgestelde definitie voor het (open) FGR ingrijpende gevolgen kan hebben voor institutionele beleggers (zoals pensioenfondsen en verzekeraars). In lijn met een van de aanbevelingen van SEO onderzoekt het kabinet of het mogelijk is om de definitie van het FGR meer aan te laten sluiten bij de definities van beleggingsinstellingen in de Wet op het financieel toezicht (Wft). 

Hoe nu verder?

De maatregelen voor de fbi, vbi en het FGR zullen de komende periode verder worden uitgewerkt in een wetsvoorstel dat op Prinsjesdag 2023 zal worden ingediend bij de Tweede Kamer. In het eerste kwartaal van 2023 zal er een internetconsultatie plaatsvinden. De bedoeling is dat de maatregelen voor de vbi en het FGR met ingang van 1 januari 2024 in werking zullen treden. De vastgoedmaatregel voor fbi’s zal per 1 januari 2025 in werking treden met flankerend beleid in de overdrachtsbelasting dat gaat gelden vanaf 1 januari 2024, zodat in 2024 nog kan worden gereorganiseerd.

Contact


Heeft u vragen over dit nieuwsbericht? Of heeft u interesse in een vrijblijvend kennismakingsgesprek? Neem dan contact op met uw Loyens & Loeff-adviseur of met een van onze adviseurs van het team Family Owned Business & Private Wealth.

Disclaimer

Hoewel deze publicatie met grote zorgvuldigheid is samengesteld, aanvaarden Loyens & Loeff N.V. en alle andere entiteiten, samenwerkingsverbanden, personen en praktijken die handelen onder de naam ‘Loyens & Loeff’, geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit deze uitgave zonder hun medewerking. De aangeboden informatie is bedoeld ter algemene informatie en kan niet worden beschouwd als advies.