Op grond van art. 7:655 BW heeft de werkgever een informatieplicht jegens de werknemer. Deze informatieplicht is uitgebreid met de inwerkingtreding van de Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden op 1 augustus 2022. Op grond van dit artikel dient de werkgever de werknemer onder meer te informeren over de aanspraak op vakantie of ander betaald verlof (zoals zorgverlof, ouderschapsverlof, etc.) en de procedure bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Indien de werkgever niet voldoet aan zijn informatieplicht, is de werkgever jegens de werknemer aansprakelijk voor de daardoor veroorzaakte schade. Daarnaast gelden er enkele andere wettelijke informatie- en waarschuwingsplichten voor de werkgever, zie bijvoorbeeld art. 7:665a BW (informatieplicht in geval van een overgang van onderneming) en art. 7:658 BW (waarschuwingsplicht ter voorkoming van bedrijfsongevallen).

In een uitspraak van 22 september 2023 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat ook op grond van art. 7:611 BW een waarschuwings- of informatieplicht voor de werkgever kan worden aangenomen. Art. 7:611 BW behelst het beginsel van goed werknemer- en werkgeverschap. Dit beginsel is een vage norm; in de wet staat niet wat dit beginsel precies inhoudt. Volgens de Hoge Raad kan een werkgever op grond van dit beginsel gehouden zijn om een werknemer te waarschuwen of te informeren bij een wijziging van regelgeving die voor de fiscale positie van de werknemer van belang is. In dit nieuwsbericht wordt deze uitspraak en de betekenis ervan voor de praktijk besproken.

De feiten

In deze zaak gaat het om twee verkeersvliegers die in 1990 respectievelijk 1991 in dienst waren getreden bij KLM. Omdat de vliegers in Zwitserland woonden en daar ook belastingplichtig waren, heeft de belastingdienst in 1991 voor beiden een vrijstellingsverklaring afgegeven ter voorkoming van dubbele belasting.

Met ingang van 1 januari 2012 is het belastingverdrag tussen Nederland en Zwitserland gewijzigd. KLM heeft in jaren 2012-2017 geen loonbelasting ingehouden op het salaris van de vliegers. Als gevolg hiervan, heeft de belastingdienst in 2017 en 2018 substantiële navorderingsaanslagen inkomstenbelasting over de jaren vanaf 2012 aan de vliegers opgelegd.

De vliegers vorderen in rechte betaling van de bedragen die zij aan de belastingdienst moeten betalen dan wel een schadevergoeding van KLM met het argument dat KLM in strijd heeft gehandeld met het beginsel van goed werkgeverschap. Volgens de vliegers had KLM hen tijdig moeten waarschuwen voor de gevolgen van de verdragswijziging en loonbelasting op hun loon moeten inhouden.

Kantonrechter en hof

De kantonrechter verklaarde voor recht dat KLM aansprakelijk is voor de door de verkeersvliegers geleden schade, omdat KLM een zorgplicht had jegens de vliegers. Deze aansprakelijkheid beperkte de kantonrechter tot 50%, aangezien de verkeersvliegers als belastingplichtigen uiteindelijk zelf de verantwoordelijkheid droegen voor tijdige betaling van inkomstenbelasting.

In hoger beroep werd echter geoordeeld dat van KLM niet verwacht mocht worden dat zij de fiscale situatie en fiscale wetswijzigingen bijhoudt en haar werknemers daarover tijdig informeert. Het hof wees daarmee de vorderingen van de vliegers af. Tegen dit oordeel van het hof gingen de vliegers in cassatie.

Hoge Raad

De Hoge Raad stelt voorop dat een werknemer zelf verantwoordelijk is voor correcte nakoming van zijn/haar fiscale verplichtingen. De werkgever heeft hierbij in beginsel geen adviserende taak. Maar, zo oordeelt de Hoge Raad, onder omstandigheden kan een werkgever wel gehouden zijn om de werknemer in kennis te stellen van een wijziging van regelgeving die voor zijn/haar fiscale positie van belang is. Dit volgt uit het beginsel van goed werkgeverschap. Volgens de Hoge Raad zal dat in het bijzonder het geval kunnen zijn als de desbetreffende informatie ook van belang is voor de verplichting van de werkgever tot inhouding en afdracht van loonbelasting. Een werkgever behoort uit hoofde van die verplichting immers van dergelijke informatie op de hoogte te zijn. Daarnaast is van belang of en in hoeverre een werknemer nadelige gevolgen kan ondervinden van onbekendheid met bedoelde informatie.

De Hoge Raad concludeert tot slot dat het oordeel van het hof dat er geen waarschuwings- of informatieplicht geldt voor KLM onbegrijpelijk dan wel ongemotiveerd is in het licht van de volgende specifieke omstandigheden:

  1. KLM is een grote professionele werkgever met een eigen fiscale afdeling en vele in het buitenland wonende werknemers;
  2. het ging om een verdragswijziging die mogelijk tot gevolg zou hebben dat, anders dan voorheen, sommige van haar werknemers inkomstenbelasting in Nederland verschuldigd zouden worden en KLM loonbelasting op het loon van deze werknemers zou moeten inhouden en afdragen; en
  3. KLM was van de verdragswijziging op de hoogte en behoorde dat ook te zijn (in verband met haar verantwoordelijkheid voor inhouding van loonbelasting).

De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst naar het hof Den Haag.

Betekenis voor de praktijk

Enkele lagere rechters hebben eerder geoordeeld dat op de werkgever een informatieplicht rust op grond van het beginsel van goed werkgeverschap in combinatie met de wettelijke informatieplichten. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 22 september 2023 nu nadrukkelijk een waarschuwings- of informatieplicht van de werkgever op grond van het beginsel van goed werkgeverschap aangenomen. Op grond van deze uitspraak kan een werkgever uit hoofde van goed werkgeverschap en onder omstandigheden dus gehouden zijn een werknemer tijdig te waarschuwen/informeren bij een wijziging van regelgeving die voor de fiscale positie van de werknemer van belang is. Aan deze waarschuwings- of informatieplicht doet niet af dat de betaling van inkomstenbelasting tot de verantwoordelijkheid van de werknemer behoort en dat de werkgever daarin geen adviserende rol heeft.

De vraag is aan welke omstandigheden de Hoge Raad refereert. Dit wordt niet toegelicht in deze uitspraak. Wel geeft de Hoge Raad aan dat deze verplichting in het bijzonder kan worden aangenomen als de betreffende informatie net zo van belang is voor de fiscale verplichtingen van de werkgever zelf. Of in een specifiek geval een waarschuwings- of informatieplicht moet worden aangenomen, hangt ook af van de vraag of en in hoeverre een werknemer nadelige gevolgen kan ondervinden van onbekendheid met die informatie. Daarnaast lijkt uit de uitspraak van de Hoge Raad te volgen dat een waarschuwings- of informatieplicht sneller wordt aangenomen als het gaat om een (grote, professionele) werkgever met een eigen fiscale afdeling en veel werknemers in het buitenland, die op de hoogte is (of behoort te zijn) van de desbetreffende informatie en deze informatie leidt tot wijziging op het gebied van inkomsten- en loonbelasting.

Uit de uitspraak van de Hoge Raad kan daarnaast worden afgeleid dat – op grond van het beginsel van goed werkgeverschap – werknemers ook in andere gevallen dan een wijziging van een belastingverdrag tijdig gewaarschuwd/geïnformeerd zouden moeten worden. De waarschuwings- of informatieplicht die de Hoge Raad in deze zaak heeft aangenomen is immers ruimer geformuleerd: een dergelijke plicht kan namelijk worden aangenomen in het geval van een wijziging van regelgeving die van belang is voor de fiscale positie van een werknemer. Dit betekent dat onder omstandigheden werkgevers ook in andere gevallen dan een wijziging van een belastingverdrag de werknemers tijdig moeten waarschuwen/informeren. Denk bijvoorbeeld aan de aftopping van de 30%-regeling tot de WNT-norm (ingevolge de Wet normering topinkomens) die op 1 januari 2024 in werking treedt (let wel: hierbij geldt een overgangsregeling tot 1 januari 2026 voor werknemers bij wie de 30%-regeling over het laatste loontijdvak van 2022 is toegepast). Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat het voorgaande geldt in aanvulling op de eerder besproken wettelijke informatie- en waarschuwingsplichten van de werkgever.

Wilt u meer weten over wanneer u uw werknemers moet informeren over bepaalde (fiscale) aangelegenheden? Neem dan gerust contact met ons op voor advies. Wij zijn u uiteraard graag van dienst.