Van 30%-regeling naar 10%-regeling

De 30%-regeling is een fiscale regeling voor buitenlandse werknemers met een specifieke deskundigheid die in Nederland komen werken. Op grond van deze regeling kan de werkgever een vrijstelling toepassen van maximaal 30% van het loon van werknemers die aan de voorwaarden van de 30%-regeling voldoen. De regeling heeft een maximale looptijd van 5 jaar.

Op basis van het amendement, zal per 1 januari 2024 de belastingvrije vergoeding van 30% nog slechts verstrekt worden in de eerste 20 maanden van de looptijd. In de daaropvolgende 20 maanden bedraagt de maximale onbelaste vergoeding 20% van het loon en in de laatste 20 maanden van de looptijd daalt dit percentage naar 10%. Bij een 30%-beschikking met een kortere looptijd dan vijf jaar, gelden dezelfde percentages en perioden.

Het aangenomen amendement voorziet in een overgangsregeling voor werknemers die in het laatste tijdvak van 2023 een vergoeding genoten waarvoor zij beschikten over een 30%-beschikking. De versobering is derhalve niet van toepassing op werknemers die vóór 1 januari 2024 gebruik maken van de 30%-regeling. Indien een werknemer na een onderbreking opnieuw als ingekomen werknemer wordt aangemerkt, is deze overgangsregeling niet langer van toepassing.

Aftopping 30%-regeling

In het Belastingplan 2023 is geregeld dat de onbelaste vergoeding die op basis van de 30%-regeling kan worden betaald, wordt gemaximeerd. Deze aftopping treedt in werking per 1 januari 2024. Vanaf dat moment kunnen werkgevers maximaal 30% van het inkomen tot aan de Balkenendenorm (‘WNT-norm’) belastingvrij vergoeden. Voor 2024 bedraagt de WNT-norm EUR 233.000. Dit betekent dat de maximale grondslag waarover de 30%-regeling kan worden toegepast een bedrag van EUR 233.000 is en dus een werkgever maximaal EUR 69.900 onbelast kan vergoeden.

De aftopping per 1 januari 2024 is van toepassing op werknemers die vanaf 1 januari 2023 gebruikmaken van de 30%-regeling. Er geldt overgangsrecht voor werknemers op wiens loon de 30%-regeling is toegepast in december 2022. Voor deze groep is de aftopping niet per 1 januari 2024 van toepassing, maar per 1 januari 2026.

Verwerking van de aftopping in de payroll

De meeste werkgevers verlonen hun werknemers per maand of per vier weken. De maximale vrijgestelde vergoeding onder de 30%-regeling vanaf 1 januari 2024 is echter vastgesteld op 30% van de WNT-norm per jaar. De vraag komt daarbij op hoe de aftopping in de periodieke payroll dient te worden verwerkt. De Belastingdienst heeft vorige week een standpunt gepubliceerd, waarin enige vrijheid lijkt te worden gegeven om de vrijstelling maximaal te benutten tot het maximum bereikt is, dan wel de vrijstelling gelijkmatig te verdelen over de maanden in het jaar.

Beide methoden hebben hun eigen voor- en nadelen. Onder omstandigheden kan de noodzaak tot herrekening en correcties in de payroll ontstaan, hiervoor dient het addendum bij de arbeidsovereenkomst te voorzien.

Afschaffen partiële buitenlandse belastingplicht

Momenteel kunnen werknemers die inwoner zijn van Nederland en gebruik maken van de 30%-regeling, in de aangifte inkomstenbelasting opteren voor de partiële buitenlandse belastingplicht. Dit betekent dat zij voor toepassing van Box 2 en Box 3 gezien worden als buitenlands belastingplichtige, ondanks dat zij inwoner zijn van Nederland. De gedachte hierachter is om ervoor te zorgen dat het Nederlandse fiscale stelsel geen belemmering vormt voor hooggekwalificeerde werknemers om in Nederland te komen werken.

Hoewel dit voor werknemers uit alle landen relevant kan zijn, heeft het voor Amerikaanse werknemers een bijzondere relevantie gezien de samenloop tussen de partiële buitenlandse belastingplicht en de toepassing van het belastingverdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten.

Het amendement regelt dat de partiële buitenlandse belastingplicht per 1 januari 2025 zal worden afgeschaft. Ook hiervoor geldt echter een overgangsregeling. Werknemers die in het laatste tijdvlak van 2023 gebruikmaken van de partiële buitenlandse belastingplicht, kunnen op basis van het overgangsrecht nog uiterlijk tot en met 31 december 2026 gebruik maken van deze fiscale regeling.

Wat zijn de gevolgen voor uw organisatie?

Sinds 1 januari 2023 dienen werkgevers jaarlijks te kiezen of ze gebruik willen maken van de 30%-regeling of de daadwerkelijke extraterritoriale kosten (‘ET-kosten’) willen vergoeden. De werkgever moet deze werkelijke ET-kosten wel kunnen aantonen en per werknemer in de loonadministratie bijhouden.  Vanwege de versoberingen van de 30%-regeling is het raadzaam om in kaart te brengen welke van de twee opties het gunstigste is. Indien de daadwerkelijk gemaakte ET-kosten hoger zijn dan de onbelaste vergoeding op basis van de versoberde 30%- tot 10%-regeling, kan – per kalenderjaar – ervoor gekozen worden om de vergoeding op basis van daadwerkelijk gemaakte ET-kosten te laten plaatsvinden.

Daarnaast zal de aangenomen versobering van de 30%-regeling waarbij deze stapsgewijs wordt afgebouwd naar een 10%-regeling, mogelijk ook de administratiedruk verhogen. Per werknemer die gebruik maakt van een 30%-regeling, zal het percentage van de vrijstelling elke 20 maanden gewijzigd moeten worden. Deze wijziging zal tevens moeten worden geïmplementeerd in de loonadministratie. 

Indien u werknemers heeft met een loon dat uitgaat boven de WNT-norm, zal de aftoppingsmaatregel ertoe leiden dat het bedrag dat belastingvrij kan worden uitbetaald, zal worden beperkt. Wij raden aan om na te gaan of de additionele fiscale last op grond van de afspraken met de werknemer voor rekening van werkgever of werknemer komt. Afhankelijk van de omstandigheden, dient u daar mogelijk nieuwe afspraken over te maken met de betreffende werknemer en deze vast te leggen in het addendum bij de arbeidsovereenkomst.

Mogelijk dient u daarbij ook af te spreken hoe wordt omgegaan met het toepassen van de vrijstelling in de payroll of hoe herziening plaatsvindt op het moment dat de 30%-regeling in de loop van een jaar eindigt.

In ieder geval raden wij u aan de werknemer op de wijzigingen en de gevolgen daarvan voor de werknemer te attenderen.

Contact

Het Belastingplan 2024, inclusief de amendementen, dient nog te worden aangenomen door de Eerste Kamer. Indien de Eerste Kamer in december akkoord gaat, kunnen deze wijzigingen voor bepaalde werknemers enorme gevolgen hebben.

Heeft u na het lezen van dit nieuwsbericht behoefte aan een nadere toelichting over de potentiële gevolgen? Of heeft u interesse in een vrijblijvend kennismakingsgesprek? Neem dan contact op met uw Loyens & Loeff-adviseur of met een van onze belastingadviseurs van ons Employment & Benefits team. Wij helpen u graag verder.