Terugblik

Op 26 maart 2025 heeft de Nederlandse regering een conceptwetsvoorstel gepubliceerd ter implementatie van de Europese Richtlijn Loontransparantie (EU) 2023/970 (de Richtlijn). De Richtlijn is op 6 juni 2023 in werking getreden en moet uiterlijk op 7 juni 2026 door de EU-lidstaten in hun nationale wet- en regelgeving zijn opgenomen.

Het hoofddoel van de Richtlijn is het bevorderen van gelijke beloning tussen mannen en vrouwen, door het introduceren van concrete maatregelen ter vergroting van loontransparantie. De belangrijkste verplichtingen voor alle werkgevers zijn onder andere:

  • het vaststellen van objectieve beloningsstructuren;
  • diverse transparantieverplichtingen (voor- en tijdens het dienstverband); en
  • rapportage- en evaluatieverplichtingen voor werkgevers met 100 of meer werknemers.

Werknemersvertegenwoordigers spelen een belangrijke rol in de Richtlijn. Verschillende bepalingen vereisen de actieve betrokkenheid van werknemersvertegenwoordigers bij het vormgeven van beleid en besluitvorming op bedrijfsniveau. In het Nederlandse implementatievoorstel is deze verantwoordelijkheid in de eerste plaats toegekend aan de ondernemingsraad, die verplicht is voor bedrijven met 50 of meer werknemers.

Voor meer informatie over de Richtlijn en het Nederlandse implementatievoorstel verwijzen wij naar onze eerdere blogs van maart 2024 en april 2025.

Status van de Nederlandse implementatie

Het implementatiewetsvoorstel stond van 26 maart 2025 tot 7 mei 2025 open voor internetconsultatie. Veel belanghebbenden hebben hun visie op het wetsvoorstel gedeeld.

Oorspronkelijk werd verwacht dat het wetsvoorstel in het derde kwartaal van 2025 zou worden ingediend bij de Tweede Kamer, met een beoogde inwerkingtredingsdatum van 7 juni 2026. Op 15 september 2025 heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid echter de Staten-Generaal geïnformeerd dat het voorziene tijdpad voor tijdige implementatie van de Richtlijn niet haalbaar blijkt. Daarom is de Nederlandse implementatiedatum van de Richtlijn uitgesteld naar 1 januari 2027. De rapportageverplichting voor bedrijven met meer dan 150 werknemers wordt daarmee ook uitgesteld – rapportage is niet vereist over het jaar 2026, maar zal voor het eerst gelden over het jaar 2027. De minister geeft aan dat extra tijd nodig is om ervoor te zorgen dat werkgevers hun verplichtingen effectief kunnen nakomen en de administratieve lasten worden beperkt.

De aankondiging van het uitstel van de Nederlandse implementatie heeft geleid tot vragen vanuit het Europees Parlement aan de Europese Commissie, waaronder:

  • Vragen over de bekendheid van de Commissie met het aangekondigde uitstel van de Nederlandse implementatie en welke acties de Commissie voornemens is hierop te ondernemen.
  • Vragen met prioriteit over onder andere het standpunt van de Commissie ten aanzien van het aangekondigde uitstel van de Nederlandse implementatie, en of de Commissie van plan is de Richtlijn te herzien om de administratieve lasten voor werkgevers te beperken.

Deze vragen zijn nog niet beantwoord.

Wat betekent dit voor werkgevers?

Omdat de vragen van het Europees Parlement nog niet zijn beantwoord, blijft onduidelijk of, en zo ja, welke gevolgen het uitstel van de Nederlandse implementatie zal hebben voor Nederlandse werkgevers.

Hoe dan ook zal de Richtlijn al van kracht worden, terwijl de Nederlandse wetgeving nog niet is aangepast. Ondanks het uitstel, zullen Nederlandse rechters de bestaande wetgeving in principe interpreteren in overeenstemming met de beginselen van de Richtlijn.

Hoewel de implementatiedatum is uitgesteld, raden wij werkgevers aan om gebruik te maken van de extra tijd en alvast te beginnen met de voorbereidingen voor de implementatie van de Richtlijn.

Volgende stappen

Wij blijven de ontwikkelingen nauwlettend volgen en zullen updates geven zodra antwoorden van de Europese Commissie en aanvullende guidance op gebied van wetgeving beschikbaar komen.

Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog? Neem gerust contact met ons op. Wij helpen u graag verder.