Download hier het pdf-bestand

De voornaamste vandaag aangekondigde fiscale maatregelen zijn (i) de mogelijkheid om het verwachte fiscale verlies over het jaar 2020 in verband met de coronacrisis voor de vennootschapsbelasting al mee te nemen in de aangifte over het jaar 2019 en (ii) een uitstel van de gevolgen van het eerder aangekondigde wetsvoorstel “Excessief lenen bij de eigen vennootschap”.

De vandaag aangekondigde maatregelen zullen op korte termijn worden omgezet in wet- en regelgeving.

Bestaande fiscale steunmaatregelen

In de afgelopen weken zijn door het kabinet reeds verschillende maatregelen genomen ter ondersteuning van het Nederlandse bedrijfsleven in verband met het coronavirus. Op fiscaal terrein betreft dit onder meer:

  • Bijzonder uitstel van betaling voor belastingaanslagen;
  • Verlaging van de belastingrente en invorderingsrente;
  • Schrappen van verzuimboetes voor te late betaling van belastingen; en
  • Tijdelijke stopzetting van de betaling van het gebruikelijk loon aan aanmerkelijk belanghouders.

Ook op andere beleidsterreinen zijn belangrijke maatregelen geïmplementeerd. Te denken valt aan loonkostensubsidie die is opgenomen in de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW-regeling), een overheidsgarantie op bedrijfsfinanciering (GO-regeling) en een financieel noodpakket voor delen van de agrarische sector.

Nieuwe fiscale steunmaatregelen

De belangrijkste op 24 april 2020 aangekondigde nieuwe fiscale maatregelen zijn de volgende.

Fiscale coronareserve in de vennootschapsbelasting

In de vennootschapsbelasting kunnen verliezen uit een jaar worden verrekend met winsten uit het voorgaande en de zes volgende jaren. Achterwaartse verliesverrekening is normaal gesproken pas mogelijk nadat de aangifte over het verliesjaar is ingediend en de aanslag over het winstjaar definitief vaststaat. Vennootschapsbelastingplichtigen die als gevolg van de coronacrisis voor het jaar 2020 een fiscaal verlies verwachten, zouden dit verlies daardoor veelal ten vroegste in 2021 of 2022 kunnen verrekenen met de winst over 2019.

Het kabinet heeft aangekondigd dit timingnadeel weg te nemen, door het mogelijk te maken om het verwachte verlies over 2020 dat verband houdt met de coronacrisis al in de aangifte over 2019 in aanmerking te nemen. Daartoe zullen vennootschapsbelastingplichtigen in hun aangifte 2019 een “coronareserve” kunnen vormen. Deze reserve komt ten laste van de belastbare winst in 2019 en is gelijk aan de laagste van (i) het verwachte verlies over 2020 door de coronacrisis en (ii) de winst over 2019.

De vorming van een dergelijke coronareserve leidt ertoe dat belastingplichtigen over het jaar 2019 minder vennootschapsbelasting hoeven af te dragen. Door een nadere voorlopige aanslag aan te vragen over 2019 kan nu al rekening worden gehouden met de mogelijkheid tot het vormen van een coronareserve.

In de uitwerking van de maatregel zal nog worden verduidelijkt aan welke voorwaarden precies moet zijn voldaan voor de vorming van een coronareserve. Daarin wordt naar verwachting ook verduidelijkt hoe het “verlies over 2020 in verband met de coronacrisis” moet worden bepaald.

Uitstel inwerkingtreding wetsvoorstel “Excessief lenen bij de eigen vennootschap”

Het kabinet heeft in 2019 aangekondigd voornemens te zijn om leningen van een vennootschap aan haar aanmerkelijk belanghouders te willen ontmoedigen. Wij verwijzen in dit verband naar ons nieuwsbericht van 5 maart 2019 over het conceptwetsvoorstel. Het definitieve wetsvoorstel wordt op korte termijn verwacht.

De wet zou tot gevolg hebben dat per 31 december 2022 bij de aanmerkelijk belanghouder een fictieve winstuitdeling wordt geconstateerd voor zover de schulden van de aanmerkelijk belanghouder en zijn partner aan de vennootschap meer bedragen dan € 500.000.

Het kabinet heeft vandaag aangekondigd dat de beoogde inwerkingtreding van de wet met één jaar zal worden uitgesteld tot 1 januari 2023. Hierdoor is de peildatum voor de fictieve winstuitdeling ook met één jaar verschoven. Aanmerkelijk belanghouders hebben hierdoor tot 31 december 2023 om te anticiperen op de wet.

Verlaging van het gebruikelijk loon bij omzetdaling

Aanmerkelijk belanghouders die voor hun eigen vennootschap arbeid verrichten, zijn verplicht daarvoor een gebruikelijk loon in aanmerking te nemen. De hoogte van het gebruikelijk loon is afhankelijk van de relevante feiten en omstandigheden, zoals de beloning bij soortgelijke dienstbetrekkingen.

Recent is in verband met de coronacrisis al goedgekeurd dat de betaling van het gebruikelijk loon tijdelijk kan worden stopgezet. De aanmerkelijkbelanghouder mag het gebruikelijk loon voor 2020 dan achteraf bepalen. In aanvulling hierop wordt goedgekeurd dat het gebruikelijk loon wordt verlaagd evenredig tot de omzetdaling van het bedrijf. De regeling zal vergelijkbaar zijn met de regeling die is getroffen tijdens de kredietcrisis in 2009. Op basis daarvan zou het gebruikelijk loon over 2020 als volgt kunnen worden vastgesteld:

Gebruikelijk loon 2020 = Gebruikelijk loon 2019 x (omzet 1e kalenderhalfjaar 2020) / (omzet 1e kalenderhalfjaar 2019)

De toepassing van de regeling zal in een beleidsbesluit nader worden verduidelijkt. Het is mogelijk dat daarbij net als in 2009 voorwaarden zullen worden verbonden aan de verlaging van het gebruikelijk loon. Zo was het onder de toenmalige regeling niet toegestaan dat de rekening-courantschuld of het dividend toenemen als gevolg van het lagere gebruikelijk loon.

Werkkostenregeling

Via de zogenoemde “vrije ruimte” in de werkkostenregeling kunnen werkgevers onbelaste vergoedingen en verstrekkingen geven aan werknemers. Per 1 januari 2020 is de vrije ruimte 1,7% voor de eerste € 400.000 van de loonsom per werkgever en 1,2% voor het deel van de loonsom boven dat bedrag.

In verband met de coronacrisis zal de vrije ruimte voor 2020 voor de eerste € 400.000 van de loonsom per werkgever eenmalig worden verhoogd naar 3%.

Geen weigering hypotheekrenteaftrek bij betaalpauze op de hypotheekschuld

Voor nieuwe schulden die sinds 1 januari 2013 zijn aangegaan voor de aankoop of verbouwing van een eigen woning, geldt de zogenoemde “aflossingseis”. Deze eis houdt in dat de schuld in maximaal 30 jaar ten minste annuïtair wordt afgelost. Als tijdelijk niet aan deze aflossingseis is voldaan, kan het recht op hypotheekrenteaftrek voor deze schuld komen te vervallen, als de aflossingsachterstand niet binnen enkele jaren is ingelopen.

Veel kredietverstrekkers onderzoeken op dit moment de mogelijkheid om met hun schuldenaren een “betaalpauze” in te lassen van ten hoogste zes maanden. Op grond van de bestaande regels zou de daardoor op te lopen betalingsachterstand binnen enkele jaren moeten zijn ingelopen om het recht op hypotheekrenteaftrek voor de schuld te behouden. Op grond van een nog uit te brengen beleidsbesluit mag voor deze betalingsachterstand echter een apart aflossingsschema worden afgesproken, waarbij de achterstand wordt uitgesmeerd over maximaal de totale resterende looptijd van de schuld.

De versoepeling zal van toepassing zijn op belastingplichtigen die zich tussen 12 maart en 30 juni 2020 melden bij hun kredietverstrekker.

Contact

Heeft u vragen over de fiscale maatregelen in verband met het coronavirus? Of heeft u interesse in een vrijblijvend kennismakingsgesprek? Neem dan contact op met uw Loyens & Loeff-adviseur of met een van onze adviseurs van het team Family Owned Business & Private Wealth. Wij zijn u graag van dienst bij het in kaart brengen van de gevolgen van de fiscale maatregelen in verband met het coronavirus in uw situatie.