Een zieke werknemer heeft bepaalde rechten, zoals doorbetaling van 70% van het loon gedurende de eerste twee jaar (104 weken) van ziekte. Tevens geldt er gedurende die periode een opzegverbod.  

Werkgevers en zieke werknemers hebben tevens bepaalde re-integratieverplichtingen jegens elkaar. De re-integratie is erop gericht een zieke werknemer gedurende 104 weken te laten re-integreren bij (in beginsel) de eigen werkgever, al dan niet met eigen aangepast werk en ander passend werk. Dit is het zogenaamde Spoor 1-traject. Ook heeft de werkgever de verplichting om de zieke werknemer bij een andere werkgever in passend werk te laten re-integreren als het Spoor 1-traject niet (meer) mogelijk is. De werknemer is verplicht hieraan mee te werken. Dit wordt aangeduid als het Spoor 2-traject. Beide sporen lopen in het tweede ziektejaar vaak tegelijkertijd naast elkaar.

Het wetsvoorstel wijzigen re-integratieverplichtingen in het tweede ziektejaar bij werknemers van kleine en middelgrote werkgevers (het Wetsvoorstel) beoogt kleine en middelgrote werkgevers wendbaarder te maken en eerder duidelijkheid te geven over de eventuele terugkeer van een zieke werknemer.

Kleine werkgevers (werkgevers met een loonsom tot en met 25 keer het gemiddeld premieloon per werknemer) en middelgrote werkgevers (werkgevers met een loonsom tussen de 25 en 100 keer het gemiddeld premieloon per werknemer) krijgen op basis van het Wetsvoorstel de mogelijkheid om zich vanaf de start van het tweede ziektejaar (niet eerder en niet later) alleen te richten op re-integratie in Spoor 2, indien aan de voorwaarden voor het afsluiten van Spoor 1 wordt voldaan. Afsluiting van Spoor 1 is mogelijk in twee gevallen:

  1. indien de werknemer daarmee (schriftelijk) instemt; of indien dit niet het geval is,
  2. na toestemming door het UWV.

Het UWV toetst:

  1. of er sprake is van arbeidsongeschiktheid,
  2. de re-integratie inspanningen gedurende het eerste ziektejaar; en
  3. de mogelijkheden tot hervatting van het (aangepaste) eigen werk binnen 13 weken na afloop van het eerste ziektejaar.

Tevens wordt op basis van het Wetsvoorstel een nieuwe ontslaggrond toegevoegd, de “j-grond”. Als het Spoor 1-traject – in de gevallen zoals hierboven besproken – is afgesloten, blijven de loondoorbetalingsplicht, de re-integratieplicht en het opzegverbod in stand. De werkgever hoeft de functie van de werknemer echter niet langer beschikbaar te houden. Wanneer de werknemer in het tweede ziektejaar volledig herstelt en de eigen functie bij de werkgever nog niet door iemand anders is vervuld, heeft de werknemer het recht om in deze functie terug te keren. Voor de gevallen dat de “eigen” functie wél is vervuld door iemand anders nadat Spoor 1-traject is afgesloten, wordt de j-grond in het leven geroepen. Op basis van deze ontslaggrond kunnen kleine en middelgrote werkgevers (met instemming van het UWV) de arbeidsovereenkomst opzeggen van de werknemers wiens functie niet meer beschikbaar is nadat het Spoor 1-traject is afgesloten en de werknemer in het tweede ziektejaar volledig is hersteld. Ook bij deze ontslaggrond geldt dat de werkgever moet kunnen aantonen dat er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn.

De reacties op het Wetsvoorstel zijn tot dusver niet onverdeeld positief. Zo heeft de Raad van State enkele bezwaren geuit met betrekking tot het Wetsvoorstel die onder andere te maken hebben met extra regeldruk. Ook is vroegtijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst doorgaans niet in het belang van de werknemer.

Op 24 november jl. is de internetconsultatie gesloten. Vanzelfsprekend houden wij u op de hoogte over verdere ontwikkelingen.