Download hier het PDF-bestand.

Doel

Het wetsvoorstel voorziet in een fictieve uitkering van de zuivere winst van in Nederland gevestigde vennootschappen bij bepaalde grensoverschrijdende reorganisaties, voor zover die zuivere winst meer bedraagt dan 50 miljoen euro.

De eindafrekening is van toepassing bij de volgende reorganisaties:

1. Een grensoverschrijdende juridische fusie;
2. Een grensoverschrijdende juridische splitsing;
3. Een grensoverschrijdende aandelenfusie; en
4. Een grensoverschrijdende zetelverplaatsing.

De conditionele eindafrekening is bij zetelverplaatsingen niet van toepassing zo lang Nederland dividendbelasting kan heffen op basis van de zogenoemde oprichtingsfictie (zie hierna).

Aanpassing definitie kwalificerende staat

De conditionele eindafrekening is van toepassing bij een grensoverschrijdende reorganisatie naar een kwalificerende staat. Onder een kwalificerende staat wordt verstaan:

1. Een staat die geen lid is van de Europese Unie (EU) of de Europese Economische Ruimte (EER); en
2. (a) die geen met de Nederlandse dividendbelasting vergelijkbare bronheffing op dividenden kent; of
2. (b) die in het kader van de grensoverschrijdende reorganisatie een zogenoemde ‘step-up’ verleent met betrekking tot de winstreserves van de in Nederland gevestigde vennootschap.

Een met de Nederlandse dividendbelasting vergelijkbare bronheffing op dividenden is een bronheffing op dividenden die door een eindschakel in een concernstructuur worden uitgekeerd. Een bronheffing op dividenden die enkel van toepassing is op dividenden naar belastingparadijzen is niet voldoende. Het tarief van de bronheffing is niet van belang, maar een nultarief of een bijna-nultarief is geen ‘vergelijkbare bronheffing’. Er hoeft echter geen stelselvergelijking gemaakt te worden wat betreft het voorwerp van heffing en ook is niet vereist dat een staat een vergelijkbare exitheffing in de dividendbelasting kent.

Introductie van een vrijstelling voor bepaalde aandeelhouders

Een vrijstelling voor de conditionele eindafrekening zal van toepassing zijn voor aandeelhouders (zowel natuurlijke personen als vennootschappen) die woonachtig of gevestigd zijn in:

1. Een lidstaat van de EU/EER; of
2. Een staat waarmee Nederland een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten dat een bepaling bevat omtrent de belastingheffing over dividenduitkeringen.

Het voorgaande betekent dat grensoverschrijdende reorganisaties binnen de EU/EER, behoudens misbruik, niet meer onder de reikwijdte van het initiatiefwetsvoorstel vallen.

De vrijstelling is niet van toepassing in het geval de buitenlandse vennootschappelijke aandeelhouder de aandelen in de Nederlandse vennootschap houdt:

1. Met het hoofddoel, of een van de hoofddoelen, om de conditionele eindafrekening te ontgaan; en
2. Er is sprake van een kunstmatige constructie of transactie.

Directe betaling verschuldigde belasting

In het geval de conditionele eindafrekening van toepassing is, wordt de vennootschap geacht de aanwezige winstreserves (voor zover die meer bedragen dan 50 miljoen euro) te hebben uitgekeerd. De vennootschap is dan verplicht om een aangifte dividendbelasting in te dienen en de verschuldigde belasting af te dragen aan de Belastingdienst binnen één maand na de grensoverschrijdende reorganisatie. In tegenstelling tot het initiële wetsvoorstel bevat het herziene wetsvoorstel geen mogelijkheid tot uitstel van betaling voor de verschuldigde belasting.

Aanvullend op de aangifte dividendbelasting moet de vennootschap een verklaring bij de Belastingdienst indienen over welke aandeelhouders voldoen aan de vrijstelling.

Introductie van een vestigingsplaatsfictie voor buitenlandse vennootschappen

De Nederlandse belastingwetgeving bevat een zogenoemde ‘vestigingsplaatsfictie’ voor de vennootschapsbelasting en dividendbelasting. Hierdoor worden vennootschappen die zijn opgericht naar Nederlands recht altijd geacht in Nederland te zijn gevestigd, ook als zij hun feitelijke leiding of zetel hebben verplaatst uit Nederland.

De vestigingsplaatsfictie is niet van toepassing op vennootschappen die zijn opgericht naar buitenlands recht en die hun feitelijke leiding of zetel in Nederland hebben. Het herziene initiatiefwetsvoorstel regelt dat vennootschappen die zijn opgericht naar buitenlands recht en die hun feitelijke leiding meer dan vijf jaren in Nederland hadden voorafgaand aan een grensoverschrijdende zetelverplaatsing, geacht worden nog tien jaren na de zetelverplaatsing in Nederland te zijn gevestigd voor de vennootschaps- en dividendbelasting.

Deze uitgebreidere vestigingsplaatsfictie is alleen van toepassing op naar buitenlands recht opgerichte vennootschappen die hun feitelijke leiding uit Nederland hebben verplaatst op of na 8 december 2021.

Vervolg

Het wetsvoorstel is een initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks. GroenLinks maakt geen deel uit van de (beoogde) coalitie, waardoor het onduidelijk is of een Kamermeerderheid zich achter het wetsvoorstel zal scharen. Daarnaast heeft GroenLinks voorgesteld om het wetsvoorstel voor advies voor te leggen aan de Raad van State. Het is daardoor nog onduidelijk of en wanneer het initiatiefwetsvoorstel in werking zal treden.

Contact

Heeft u vragen over deze nieuwsbrief? Of heeft u interesse in een vrijblijvend kennismakingsgesprek? Neem dan contact op met uw Loyens & Loeff-adviseur of met een van onze adviseurs van het team Family Owned Business & Private Wealth. Wij zijn u graag van dienst bij het in kaart brengen van de gevolgen van het wetsvoorstel in uw situatie.