Het wetsvoorstel

De bescherming van klokkenluiders loopt binnen de EU-lidstaten sterk uiteen. De Europese Unie ziet de negatieve gevolgen daarvan niet alleen op nationaal niveau, maar ook op Europees niveau. Daarom dienen er gemeenschappelijke minimumnormen te komen, zodat klokkenluiders doeltreffend worden beschermd. Het wetsvoorstel Wijziging van de Wet Huis voor Klokkenluiders dient ter implementatie van de Europese richtlijn ter bescherming van klokkenluiders van 23 oktober 2019 (de Richtlijn).

Hoewel de Nederlandse meldregeling voor het melden van (vermoedens van) misstanden slechts enkele jaren oud is, worden werkgevers die ten minste 50 werknemers in dienst hebben door het wetsvoorstel (opnieuw) gedwongen deze meldregeling aan te passen. Zo dient het meldingskanaal ook te kunnen worden gebruikt voor meldingen van inbreuken op Europese wet- en regelgeving. Ook worden strengere eisen ten aanzien van het meldingskanaal geïntroduceerd, zoals concrete termijnen voor het sturen van een ontvangstbevestiging en het geven van informatie over vervolgstappen.

Daarnaast wordt de kring van personen die ondersteuning en rechtsbescherming krijgt bij een melding van een (vermoeden van een) misstand uitgebreid. Onder de huidige wetgeving wordt uitsluitend aan werknemers en ambtenaren rechtsbescherming geboden. In het wetsvoorstel wordt deze kring uitgebreid, doordat aansluiting is gezocht bij het begrip melder. Tevens wordt de bescherming van toepassing op degenen die de melder bijstaan en betrokken derden. Hierdoor zullen bijvoorbeeld zzp’ers, bestuurders, aandeelhouders, collega’s en familie eveneens bescherming genieten.

Verder wordt in het wetsvoorstel een aantal bevoegde autoriteiten als extern meldingskanaal aangewezen, zoals het Huis voor klokkenluiders, de ACM en AFM.

Ook wordt in het wetsvoorstel een aantal maatregelen getroffen ter bescherming van klokkenluiders tegen represailles, zoals schorsing, demotie of intimidatie. Onder het huidige recht is benadeling van de melder reeds verboden. Om de bescherming van klokkenluiders te vergroten is in het wetsvoorstel een omkering van bewijslast opgenomen. Hierdoor hoeft de melder uitsluitend aan te tonen dat hij heeft gemeld en dat hij is benadeeld. Vervolgens dient de werkgever aan te tonen dat de benadelende handeling niet het gevolg is van de melding. Bovendien is in het wetsvoorstel een vrijwaring van de melder van gerechtelijke procedures die verband houden met de melding opgenomen.

Kritiek wetsvoorstel

Er wordt kritiek geuit op het wetsvoorstel. Zo vreest de non-gouvernementele organisatie Transparency International Nederland dat meerdere ‘meldkanalen’ naast elkaar dreigen te ontstaan, dat tot veel verwarring kan leiden. Verder zou de Richtlijn een uitgelezen kans zijn geweest om gebreken in de huidige Wet Huis voor klokkenluiders te repareren. Er is behoorlijk veel kritiek op het Huis van klokkenluiders, nu in 2019 bekend werd dat sinds de oprichting in 2016 geen enkel onderzoek naar een misstand is afgerond. In het wetsvoorstel is met de kritiek helaas niets gedaan.

Tot slot

Lidstaten zijn verplicht de Richtlijn uiterlijk 17 december 2021 geïmplementeerd te hebben in hun nationale wetgeving. Eenmaal geïmplementeerd, zullen werkgevers snel aan de slag moeten en de ondernemingsraad tijdig moeten betrekken. De ondernemingsraad heeft een instemmingsrecht bij een besluit tot vaststelling of wijziging van een procedure over het omgaan met het melden van een vermoeden van een misstand als bedoeld in de Wet Huis voor klokkenluiders.