Bouwcontracten

Allereerst is van belang wat partijen contractueel hebben afgesproken, bijvoorbeeld over de risicoverdeling tussen de opdrachtgever en de aannemer. Opdrachtgevers en aannemers spreken meestal een vaste opleverdatum af, samen met een (boete)kortingsregeling voor vertraging. Wordt de opleverdatum overschreden, dan is de aannemer in principe de korting voor het aantal dagen vertraging verschuldigd aan de opdrachtgever. De aannemer kan mogelijk tegelijkertijd recht op termijnverlenging en bijbetaling hebben ingeval van vertraging die voor rekening van de opdrachtgever komt. Wat geldt dan bij dergelijke gelijktijdige vertragingsoorzaken?

Gelijktijdige vertragingsoorzaken

In de praktijk zijn situaties denkbaar waarin de vraag voor wiens rekening vertraging komt, niet gemakkelijk te beantwoorden is. Het wordt bijvoorbeeld ingewikkelder wanneer er vertraging optreedt en de oorzaak daarvan niet duidelijk is vast te stellen, of wanneer de vertraging wordt veroorzaakt door meerdere afzonderlijke, maar wel samenlopende, gebeurtenissen. De vertraging met de daarmee gepaard gaande schade kan bijvoorbeeld (deels) veroorzaakt zijn door een gebeurtenis die voor risico van de opdrachtgever komt en (deels) door een gebeurtenis die voor risico van de aannemer komt.

Leidraad Vertraging en Verstoring

In de ‘Leidraad Vertraging en Verstoring’, dat het Instituut voor Bouwrecht heeft opgesteld naar aanleiding van een congres van de bouwrechtcommissie van de Dutch Arbitration Association, worden handvatten aangereikt voor de afhandeling bij samenloop van vertraging veroorzakende gebeurtenissen. Zo wordt de schade hoofdelijk door partijen gedragen bij het optreden van gelijktijdige vertraging door meerdere samenlopende gebeurtenissen waarvan er één is veroorzaakt door de opdrachtgever en één door de aannemer. Indien de gebeurtenissen evenveel hebben bijgedragen aan een vertraging, leidt dit vaak tot een verdeling van de schade (ieder voor de helft). Wanneer een partij kan aantonen dat de schade niet door haar of een voor haar rekening komende gebeurtenis is veroorzaakt, ontkomt zij aan de hoofdelijke draagplicht.

De Leidraad reikt ook handvatten aan die bij het bepalen van de omvang van de vertragingsschade relevant kunnen zijn. Dit zijn (i) productiviteit (ii) kosten en (iii) tijd. De schade kan worden berekend door het verschil tussen productiviteit met en zonder vertraging te vergelijken, of te kijken naar de kosten en tijd die oorspronkelijk zijn overeengekomen in vergelijking met de daadwerkelijk gemaakte kosten en tijd. Welke methode het meest geschikt is, hangt af van het karakter van het project, of er een goed referentiekader is en of de basisgegevens goed zijn vastgelegd.

Concurrent delay in de rechtspraak

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ging in een recent arrest in op de rechtsgevolgen van samenloop van vertragingsoorzaken, de zogenaamde ‘concurrent delay’. Het Hof overwoog dat de aannemer gedurende de periode van concurrent delay geen recht heeft op vergoeding van vertragingskosten omdat er in die periode ook sprake was geweest van een aan hem toe te rekenen vertragingsoorzaak. De ratio van die overweging was dat de aannemer zonder de gebeurtenis die voor risico van de opdrachtgever komt, de extra kosten hoe dan ook zou hebben gemaakt door de gebeurtenis die tot zijn eigen risico behoort.

Indien een partij een vordering tot vergoeding van vertragingsschade voor haar kiezen krijgt, doet deze partij er verstandig aan om te onderzoeken of er mogelijk ook (een of meer) gebeurtenissen in dezelfde periode zijn aan te wijzen die de vertraging (mede) hebben veroorzaakt en voor risico van de wederpartij komen. Daarmee kan namelijk sprake zijn van concurrent delay, waardoor beide partijen (gedurende die periode van concurrent delay) geen, of minder, aanspraak kunnen maken op vergoeding van vertragingsschade. Zoals gezegd hangt dit wel af van de relevante omstandigheden van het geval.

Praktijk

Er zijn verschillende handvatten beschikbaar om het ingewikkelde leerstuk van de samenloop van vertraging veroorzakende gebeurtenissen toe te passen in de praktijk. In voorkomende gevallen zal het een kwestie zijn van het vaststellen van de precieze omstandigheden die bepalen of er sprake is van samenloop, hoe hoog de vertragingsschade is en welke partij het risico en (welk deel van) de schade dient te dragen. Aangesproken partijen doen er in ieder geval verstandig aan om feitelijk te onderzoeken of er sprake is van samenloop van vertragingsoorzaken, want op concurrent delay kun je bouwen!

Dit artikel is eerder gepubliceerd in De Jurist.