Aangezien de zorgplicht een belangrijke voorwaarde is in het stelsel voor langdurige zorg, heeft de NZa onlangs enkele handvatten voor zorgkantoren gepubliceerd. De NZa heeft vorig jaar vergelijkbare handvatten gepubliceerd voor zorgverzekeraars.

Context: langdurige zorg onder druk

Het mag geen verrassing zijn dat de langdurige zorg in Nederland onder druk staat. In dat verband stelt de NZa in haar rapport “Handvatten duiding zorgplicht zorgkantoren” onder meer vast dat (i) het aantal mensen met een aanspraak op Wlz-zorg in 2019 toenam ten opzichte van 2018 (ii) de zorgkosten substantieel zijn gestegen, (iii) de wachtlijsten zijn opgelopen (in de verpleeghuiszorg) en (iv) er personeelstekorten zijn. Deze tekorten zullen in de toekomst door de dubbele vergrijzing verder toenemen. Volgens de NZa maakt het voorgaande het van belang te zoeken naar creatieve en vernieuwende manieren om de langdurige zorg goed, toegankelijk en betaalbaar te houden.

Handvatten NZa

Zoals hiervoor reeds opgemerkt, heeft de NZa verschillende handvatten gepubliceerd die Wlz-uitvoerders en zorgkantoren (zouden moeten) helpen bij hun uitvoering van de zorgplicht. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de verschillende (zwaarwegende, complexe en actuele) zorgplichtthema’s en wat op hoofdlijnen van zorgkantoren wordt verwacht:

  • Wachtlijsten: van zorgkantoren wordt onder meer verwacht dat zij (i) informatie over de wensen en behoeften van cliënten verzamelen en analyseren, (ii) zich inspannen om ervoor te zorgen dat de informatie over wachtlijsten actueel en betrouwbaar is, (iii) knelpunten die ontstaan met betrekking tot wachtlijsten en/of wachttijden tijdig signaleren en (iv) verschillende manieren bepalen om eventuele problemen aan te pakken. In dat kader wordt van zorgkantoren onder meer verwacht dat zij voldoende zorgaanbieders contracteren, waarbij rekening dient te worden gehouden met de zorgbehoeften van de cliënten in een specifieke zorgkantoorregio.
  • Complexe casuïstiek: ten aanzien van dit thema wordt van zorgkantoren onder meer verwacht dat zij specifiek analyseren welke complexe zorgvragen zich (in hun zorgkantoorregio) voordoen, zich mogelijk voor gaan doen en waar die zich bevinden. Verder wordt van zorgkantoren onder meer verwacht dat zij cliënten met een (tijdelijke) complexe zorgvraag zo goed mogelijk bijstaan, door hen in ieder geval te informeren over de keuzemogelijkheden, rechten en plichten binnen de zorg in de Wlz. Om dit op een goede manier te kunnen doen, dienen zorgkantoren de zorgvraag en relevante context van cliënten op inzichtelijke wijze te registreren.
  • Discontinuïteit van zorg: zorgkantoren moeten ook voorbereid zijn op een (dreigende) uitval van zorg, bijvoorbeeld door faillissement. In dit verband wordt van zorgkantoren onder meer verwacht dat zij (i) signalen verzamelen en analyseren over de (financiële) positie van gecontracteerde zorgaanbieders en (ii) de mogelijke risico’s daaromtrent in kaart brengen. Indien sprake is van een vastgesteld risico van discontinuïteit van zorg, dienen zorgkantoren zich voor te bereiden op maatregelen voor een passende interventie.
  • Toekomstbestendig zorglandschap: de NZa kijkt ook naar het toekomstig zorglandschap en verwacht van zorgkantoren dat zij dat eveneens doen. In dit verband wordt van zorgkantoren onder meer verwacht dat zij beschikken over een onderbouwde inschatting van de zorgbehoefte op de langere termijn en het daarbij passende zorgaanbod. Zorgkantoren dienen ook maatregelen te nemen die gericht zijn op het oplossen van knelpunten in de aansluiting tussen de zorgbehoefte en het zorgaanbod op de (middel)lange termijn. Verder dienen zorgkantoren nieuw en/of innovatief zorgaanbod te stimuleren, passend bij de verwachte toekomstige vraag.
  • Kwaliteit van zorg: de zorg voor de cliënt dient (vanzelfsprekend) continu te verbeteren, zodat deze bijdraagt aan de kwaliteit van leven van de cliënt. In dit verband wordt ook het nodige van zorgkantoren verwacht, bijvoorbeeld het continu en proactief onderhouden van contacten met zorgaanbieders om een eigen en actueel beeld te (kunnen) vormen van de kwaliteit van de geleverde zorg. Daarnaast wordt van zorgkantoren verwacht dat zij proactief de kwaliteit van zorg stimuleren en bevorderen, door dit aspect expliciet onderwerp te laten zijn van hun inkoopstrategie- en besluiten.
  • Catastrofe: een catastrofe (zoals een pandemie of een overstroming) zou de kwaliteit van zorg onder druk kunnen zetten (bijvoorbeeld door het (tijdelijk) wegvallen van een bepaald zorgaanbod). Dit vergt dan ook extra inspanning en alertheid zijdens de zorgkantoren. Van hen wordt in dit kader onder meer verwacht dat zij (i) alert zijn op het ontstaan van verschillende typen catastrofes (en zich daarop adequaat voorbereiden, bijvoorbeeld door het maken van scenario’s en draaiboeken met aandacht voor (interne) processen in de organisatie en eventueel daarbuiten) (ii) scenario’s en draaiboeken periodiek testen (en de opgedane ervaringen verwerken) en (iii) bij een dreigende catastrofe de (a) omvang, (b) verwachte duur en (c) effecten voor de continuïteit, kwaliteit en toegankelijkheid van zorg onderzoeken. Waar nodig wordt van zorgkantoren verwacht dat zij de regie nemen in de aanpak van activiteiten die van belang zijn voor de zorgplicht, al dan niet in samenwerking met andere partijen.

De NZa merkt overigens op dat het waarborgen van goede, toegankelijke en betaalbare zorg niet alleen de verantwoordelijkheid is van zorgkantoren. Ook zorgaanbieders – die verantwoordelijk zijn voor de daadwerkelijke zorg aan de cliënt – hebben een belangrijke rol, evenals gemeenten en zorgverzekeraars.

Wilt u meer weten over het rapport ‘Handvatten duiding zorgplicht zorgkantoren’? Neem gerust contact op met Hamza Zourakhti of uw vaste Loyens & Loeff adviseur.