Wat verandert er?

Ondernemingen met fusie- of overnamenplannen moeten deze ter voorafgaande goedkeuring bij de Autoriteit Consument & Markt (ACM) aanmelden, indien zij een gezamenlijke wereldwijde omzet behalen van EUR 150 miljoen of meer en ten minste twee betrokken ondernemingen een afzonderlijke omzet in Nederland behalen van EUR 30 miljoen of meer (en de Europese concentratiedrempels niet worden gehaald). Voor zorginstellingen geldt echter sinds 1 januari 2008 het Besluit tijdelijke verruiming toepassingsbereik concentratietoezicht op ondernemingen die zorg verlenen (hierna: het “Verruimingsbesluit”). Concentraties tussen ondernemingen waarvan er ten minste twee of meer EUR 5,5 miljoen of meer aan omzet met zorgactiviteiten behalen, moeten op basis van het Verruimingsbesluit ter voorafgaande goedkeuring bij de ACM worden gemeld, indien zij een gezamenlijke wereldwijde omzet behalen van EUR 55 miljoen of meer en ten minste twee betrokken ondernemingen een afzonderlijke omzet in Nederland behalen van EUR 10 miljoen of meer.

In een Kamerbrief van 15 juli 2022 kondigt Minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) aan dat hij voornemens is het Verruimingsbesluit – waarvan de werking per 1 januari 2023 afloopt – niet te verlengen. Dit betekent dat met ingang van 1 januari as. de reguliere drempels weer gaan gelden voor concentraties tussen zorginstellingen. Verwacht mag worden dat het aantal zorgconcentraties dat bij de ACM moet worden aangemeld met ingang van die datum fors zal afnemen.

Wat betekent het schrappen van het Verruimingsbesluit concreet?

Zorginstellingen (en hun aandeelhouders) met fusie- of overnameplannen waarvan de omzet wél de verlaagde maar niet de reguliere omzetdrempels overschrijdt die de voltrekking van deze plannen realiseren op 1 januari 2023 of later, hoeven deze plannen niet meer bij de ACM (maar mogelijk wel bij de Nederlandse Zorgautoriteit; “NZa”) aan te melden. Een bindende overeenkomst voor een fusie of overname tekenen vóór die datum leidt overigens niet tot een meldplicht. Naast de administratieve lasten en adviseurskosten die een melding met zich brengt, vermijden dergelijke zorginstellingen ook de daaraan gerelateerde legeskosten van (minimaal) EUR 17.450. Als dit commercieel en logistiek acceptabel is, is uitstel van een transactie kortom zeker het overwegen waard.

Waarom vervalt het Verruimingsbesluit?

De Minister geeft twee redenen voor zijn beslissing om het Verruimingsbesluit niet meer te verlengen. De eerste reden is dat onderzoek van het bureau AEF uitwijst dat het aantal mogelijk problematische fusies dat onder de verlaagde drempels wordt gemeld tamelijk gering is. Jaarlijks worden gemiddeld 10 concentraties onder de verlaagde drempels gemeld, waarvan er uiteindelijk 9 onvoorwaardelijk worden goedgekeurd. Gemiddeld wordt jaarlijks één concentratie die onder de reguliere drempels niet meldingsplichtig zou zijn verboden, ingetrokken of onder voorwaarden toegestaan. Kuipers vindt dit – overigens in tegenstelling tot AEF – een te gering aantal concentraties om de administratieve lasten waarmee instandhouding van het Verruimingsbesluit gepaard zou gaan te rechtvaardigen.

Vermeldenswaard is dat Loyens & Loeff op vergelijkbare gronden heeft gepleit voor schrapping van het Verruimingsbesluit. Aan de vooravond van de meest recente verlenging van het verruimingsbesluit in 2017 concludeerden wij in een artikel in Het Financieele Dagblad op basis van eigen onderzoek dat in alle acht zorgconcentraties waarin de ACM sinds 2012 een vergunningseis had gesteld, ook de reguliere meldingsdrempels met gemak gehaald werden. Onze conclusie was daarom dat de verlaging van de zorgdrempels in de periode 2012-2017 geen toegevoegde heeft gehad. Uit het onderzoek van AEF volgt dat in die situatie ook in de voorbije vijf jaar geen wezenlijke wijziging is opgetreden.

Als tweede reden voor het schrappen van de verlaagde drempels noemt Kuipers gewijzigde beleidsdoelstellingen, te weten: bevordering van samenwerking tussen zorgaanbieders, het verlagen van administratieve lasten voor zorgaanbieders en het tegengaan van versnippering in bepaalde zorgsectoren. Kuipers geeft aan dat de genoemde doelstellingen voor kleinere zorgaanbieders een grotere uitdaging vormen dan voor grote spelers. Schaalvergroting kan kortom bijdragen aan het halen van deze doelstellingen. Bovendien weegt de administratieve belasting van een concentratiemelding naar verhouding juist voor kleinere spelers zwaarder, aldus de Minister.

In dit kader is het spijtig te noemen dat de aanname van een wetsvoorstel om ook de drempels voor de zorgspecifieke concentratietoets door de NZa te verhogen en deze onder te brengen bij de ACM, al jaren op zich laat wachten. Ook een melding in het kader van de zorgspecifieke concentratietoets brengt immers een aanzienlijke administratieve en financiële belasting met zich. Zoals wij in ons eerder genoemde FD-artikel concludeerden, betreft deze toets bovendien in belangrijke mate een “zuiver formele afvinkexercitie, waarbij de NZa geen inhoudelijk oordeel velt. Alleen op het punt van gevolgen voor de beschikbaarheid van cruciale zorg toetst de NZa inhoudelijk.” Illustratief is dat de NZa sinds de invoering van de zorgspecifieke fusietoets in 2014 nog nooit een concentratie heeft verboden of hieraan voorwaarden heeft gesteld. In ons artikel bepleitten wij daarom de zorgspecifieke fusietoets te beperken tot een toets of de beschikbaarheid van de cruciale zorg niet in het geding komt, een oproep die wij hier graag herhalen.

Vragen?

Het Zorgteam en het Competition Team van de praktijkgroep Mededinging & Overheid hebben zeer ruime ervaring met het melden van fusies en overnames bij de NZa en de ACM en beantwoorden graag uw vragen over het schrappen van de verlaagde concentratiedrempels voor de zorgsector en vanzelfsprekend ook alle andere vragen die betrekking hebben op fusies en overnames in de zorg.