Continuïteit van het familiebedrijf

De bedrijfsopvolgingsregelingen (BOR) in de inkomsten- en in de schenk- en erfbelasting hebben tot doel de continuïteit van familiebedrijven te waarborgen. Zij beogen fiscale belemmeringen bij overdracht aan de volgende generatie te verminderen. Wijzigingen in de BOR kunnen ingrijpend zijn voor het familiebedrijf.

Wijzigingen in de BOR

Per 2024 en per 2025 zijn diverse wijzigingen doorgevoerd in de BOR, met als doel de regelingen te vereenvoudigen en tegelijkertijd in te perken. Deze wijzigingen leiden over het algemeen tot een zwaardere belastingdruk bij de overgang van familiebedrijven.

De in het Belastingpakket 2025 opgenomen versobering van de BOR - door deze te beperken tot reguliere aandelen met een minimaal belang van 5% van het totale geplaatste kapitaal - is nog niet in werking getreden. De inwerkingtreding is gekoppeld aan de invoering van twee andere maatregelen die eerst moesten worden goedgekeurd door de Europese Commissie. Deze twee andere maatregelen betreffen versoepelingen van de BOR voor kleine belangen in familiebedrijven; het betreft de invoering van een familietoets en de uitbreiding van de verwateringsregeling.

Wilt u hierover meer weten? Zie voor meer informatie over deze voorgestelde maatregelen onze nieuwsbrief van 17 september 2024 en onze nieuwsbrief van 16 september 2025.

Aanzienlijk risico op (indirecte) staatssteun

Uit de Nota naar aanleiding van het verslag bij het Belastingplan 2026 blijkt dat het kabinet niet voornemens is om de BOR te versoepelen. De invoering van een familietoets en de uitbreiding van de verwateringsregeling kennen een aanzienlijk risico op (indirecte) staatssteun en lijken daarmee in strijd het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Dit volgt zowel uit een interne analyse als uit een second opinion. Het kabinet heeft daarom besloten de geplande versoepelingen en de versobering van de BOR niet door te voeren.

Dit betekent dat niet alleen de invoering van een familietoets en de uitbreiding van de verwateringsregeling niet in werking zullen treden, maar ook de daaraan gekoppelde beperking van de BOR tot reguliere aandelen met een minimaal belang 5% van het totale geplaatste kapitaal.

Belang voor de praktijk

Het kabinet bevestigt dat - een fictief aanmerkelijk belang (AB) van minder dan 5% kan blijven kwalificeren voor de BOR - mits aan de overige voorwaarden voor de BOR wordt voldaan. Directe belangen van minder dan 0,5% kunnen kwalificeren voor de BOR als dat belang een fictief aanmerkelijk belang is. Indirecte belangen van minder dan 0,5% kunnen niet kwalificeren voor de BOR.

Nu de beperking van de BOR tot reguliere aandelen met een minimaal belang van 5% van het totale geplaatste kapitaal niet in werking treedt, blijft toepassing van de BOR mogelijk voor bepaalde soortaandelen (die geen belang van ten minste 5% van het totale geplaatste kapitaal vertegenwoordigen), winstbewijzen, opties, belangen in coöperaties en tracking stock. Ook het meesleep-AB en het fictief-AB blijven voor de BOR gelden. Dit geldt zowel op direct als op indirect niveau.

Contact

Heeft u na het lezen van dit nieuwsbericht behoefte aan een nadere toelichting op een of meer onderwerpen? Of heeft u interesse in een vrijblijvend kennismakingsgesprek? Neem dan contact op met uw Loyens & Loeff-adviseur of met een van onze adviseurs van het team Family Owned Business & Private Wealth. Wij helpen u graag verder.