De zaak: wat was er aan de hand?

Saunaclub Yin Yang is een ontmoetingscentrum in Roermond, geëxploiteerd door Yin Yang c.s. Yin Yang heeft een bankrelatie met ING Bank N.V. (ING) (via Stichting CS Bedrijven) als onderdeel waarvan zij (i) een betaalrekening aan houden bij ING en (ii) ING het storten van contant geld faciliteert. In de bedrijfsvoering van Yin Yang gaat veel contant geld om en Yin Yang maakt daardoor relatief veel gebruik van de mogelijkheid van contant storten.

Bij een doorzoeking van het ontmoetingscentrum eind november 2016 door de politie werden drugs, wapens, en contant geld gevonden. Daarnaast kondigt het Openbaar Ministerie (OM) in november 2017 aan Yin Yang c.s. te vervolgen op verdenking van onder andere witwassen en valsheid in geschrifte. Het OM geeft in juni 2018 te kennen dat uit het onderzoek geen strafbare feiten zijn gebleken, waardoor de vervolging wordt stopgezet.

Als gevolg van de doorzoeking en de het grote volume contant geld dat Yin Yang stort heeft ING de overeenkomst om het storten van contant geld te faciliteren op 10 maart 2017 per direct opgezegd, gevolgd door de aankondiging in april 2017 dat ING de bankrelatie wil beëindigen. ING is van mening dat Yin Yang onvoldoende gegevens heeft aangeleverd om de herkomst van de gelden te achterhalen, waardoor ING niet kan garanderen dat haar rekeningen niet gebruikt worden voor witwassen. Deze opzeggingen houden stand. De procedures die Yin Yang c.s. hierover voeren tegen ING stranden.

In een nieuw kort geding waarin Yin Yang c.s. een vordering instellen om ING te veroordelen tot het aangaan van een nieuwe bankrelatie en het faciliteren van het storten van contanten hebben Yin Yang c.s. meer succes. Het hof veroordeelt ING om Yin Yang in staat te stellen een betaalrekening bij ING aan te houden. De daaraan verbonden faciliteit voor het storten van contant geldt hoeft ING niet voort te zetten. ING gaat in cassatie.

Rechtsvraag

In geschil is de vraag of de bijzondere zorgplicht – die geldt gelet op de positie van banken in het maatschappelijke verkeer – geldt voor banken ertoe kan leiden dat zij verplicht kunnen zijn een contractuele relatie aan te gaan met niet-consumenten om een betaalrekening aan te bieden, of dat het beginsel van contractsvrijheid zwaarder weegt.

Oordeel van de Hoge Raad

Het Hoge Raad oordeelt dat een bank op grond van het beginsel van contractsvrijheid in beginsel het recht heeft om niet te worden verplicht een contractuele relatie aan te gaan. Banken kunnen een gerechtvaardigd belang hebben om cliënten te weigeren vanwege toezichtrechtelijke eisen of integriteitsrisico’s. Dit recht is volgens de Hoge Raad evenwel niet onbegrensd en hierbij dient meegewogen te worden dat het tegenwoordig vrijwel onmogelijk is om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer, ook voor niet-consumenten, zonder een bankrekening.

De Hoge Raad oordeelt dat ING in dit geval een bankrelatie met Yin Yang dient aan te gaan. Aangezien het hof heeft geoordeeld dat de bankrelatie met Yin Yang in een eerder stadium rechtsgeldig zijn opgezegd betekent het oordeel van de Hoge Raad dat ING verplicht wordt een nieuwe contractuele relatie aan te gaan met Yin Yang. In afwijking van het beginsel van contractsvrijheid wordt hier derhalve (onder omstandigheden) een contracteerplicht voor de bank aangenomen. 

Het oordeel is echter anders voor het faciliteren van het storten van contant geld. In de belangenafweging tussen ING en Yin Yang prevaleert hier het belang van ING en de Hoge Raad gaat mee in het oordeel van het hof dat er daardoor geen verplichting geldt voor ING tot het faciliteren van het storten van contant geld.

Praktijkbelang

Deze uitspraak is voor de praktijk potentieel van groot belang. In afwijking van het beginsel van contractsvrijheid kunnen banken verplicht worden een nieuwe bankrelatie aan te gaan met een rechtspersoon vanwege het zwaarwegende belang om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer. Hoewel we voor natuurlijke personen een dergelijke regeling al kennen (zie artikel 4:71f van de Wet op het financieel toezicht, de basisbankrekening), is dit voor niet-consumenten een nieuwe ontwikkeling. De toekomst zal moeten uitwijzen wat de precieze impact van deze uitspraak in de praktijk zal zijn, maar dat het een verandering met zich meebrengt is zeker. 

Arrest: Hoge Raad 5 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1652

Contact

Wilt u meer weten over financiële regelgeving, neem dan contact op met uw vertrouwde adviseur van ons Financial Regulatory Team.