Herziening Richtlijn consumentenkrediet
Met het richtlijnvoorstel wil de Europese Commissie een hoog niveau van consumentenbescherming waarborgen en de totstandkoming van een interne markt voor krediet bevorderen. De toenemende digitalisering en de daarmee samenhangende aanpassing van het gedrag en de voorkeuren van consumenten worden door de Europese Commissie gezien als belangrijkste oorzaken van het ontbreken van een consequent hoog beschermingsniveau. In het voorstel voor de herziene Richtlijn wordt het toepassingsbereik ten opzichte van de huidige richtlijn sterk verruimd, wordt de informatievoorziening aan consumenten verbeterd (met een extra informatiedocument), zijn nieuwe regels opgenomen om te voorkomen dat consumenten (ongewild) richting het afsluiten van een krediet worden gestuurd en worden de regels ten aanzien van de kredietwaardigheidstoets verduidelijkt en aangevuld. Daarnaast is er een voorstel voor een verplicht kostenplafond voor krediet, zoals Nederland dat al kent met de maximale kredietvergoeding voor consumptief krediet.
Private lease
Huur – en leasingovereenkomsten (die geen verplichting inhouden tot de aankoop van het object) zijn uitgezonderd van het toepassingsbereik van de Richtlijn. De Europese Commissie heeft voorgesteld om deze uitzondering te schrappen. Dat zou als gevolg hebben dat voor het aanbieden van “private lease” een vergunningplicht komt te gelden en de consumentenbeschermende bepalingen, zoals de kredietwaardigheidstoets, van toepassing zullen zijn. Uit het verslag van een schriftelijk overleg d.d. 23 februari 2022, blijkt dat het kabinet positief is over dit voorstel, maar meent dat leasecontracten met weinig risico’s niet onder het toepassingsbereik van de Richtlijn zouden hoeven vallen. Uit de eerste raadsonderhandelingen volgt echter dat een meerderheid van de lidstaten geen voorstander is om leaseovereenkomsten onder het toepassingsbereik van de Richtlijn te brengen, omdat zij huren en leasen niet zien als een kredietvorm en daarnaast is geen eenduidige Europese definitie van leaseovereenkomsten. Indien het voorstel om private lease onder de reikwijdte te brengen het niet haalt, heeft de minister van Financiën aangegeven te kijken naar een mogelijke nationale aanpak via wetgeving of zelfregulering.
Buy now, pay later
Het aanbieden van buy now, pay later diensten vallen momenteel buiten de reikwijdte van de bestaande Richtlijn. Deze uitzondering is opgenomen in artikel 1:20 lid 1 sub e Wft, waaruit volgt dat het aanbieden van krediet dat binnen een termijn van drie maanden moet worden terugbetaald en waarvoor slechts onbetekenende kosten worden aangerekend, niet onder de reikwijdte van de Wft valt. De zogenoemde buy now, pay later dienstverleners maken gebruik van deze uitzondering. In een recent rapport, heeft EBA aandacht besteedt aan de risico’s die zijn verbonden aan deze diensten. Deze risico’s betreffen onder meer dat dit type dienstverlening stimuleert overhaaste aankopen (door minder kredietwaardige consumenten), het wordt gebruikt als alternatief voor traditionele gereguleerde vormen van lenen en het aangaan of niet (tijdig) terugbetalen van een buy now, pay later “krediet” hoeft niet te worden geregistreerd bij het BKR, zodat het beeld van de kredietwaardigheid van deze consumenten niet volledig is.
Het kabinet steunt het voorstel van de Commissie om buy now, pay later dienstverleners onder het toepassingsbereik van de Richtlijn te laten vallen. Ook het kabinet onderkent dat deze dienstverlening risico’s en hoge kosten voor consumenten met zich meebrengt. Het kabinet wil echter geen onnodige belemmeringen voor consumenten om producten bij (web)winkels achteraf te betalen met een korte termijn, voor zover de risico’s hiervan voor consumenten beperkt zijn. Het kabinet doelt hier op artikel 7:26 BW, op basis waarvan de consument slechts tot vooruitbetaling van ten hoogste de helft van de koopprijs voor een product kan worden verplicht. De vraag is hoe deze mogelijkheid tot het achteraf betalen van een product aan de (web)winkelier zich verhoudt tot het schrappen van de uitzondering voor kortlopende kredietovereenkomsten, waarbij geen of onbetekenende kosten worden gerekend. Deze vraag moet nog worden beantwoord.
Vervolg
Het is nog niet duidelijk wanneer (en of) de voorgestelde herziene richtlijn in werking zal treden. Wij volgen de ontwikkelingen op de voet.
Contact
Mocht u hulp nodig hebben op het gebied van financiële regelgeving, neem dan contact op met uw vertrouwde adviseur van ons Financial Regulatory Team.