In deze uitgave ‘Fiscaal beleid voor het familiebedrijf in de verkiezingsprogramma’s 2025’ informeren wij u over de fiscale standpunten van 15 zittende politieke partijen, die allen deelnemen aan de Tweede Kamerverkiezingen. Dit zijn de 15 huidige zittende politieke partijen, die allen deelnemen aan de Tweede Kamerverkiezingen. De partijen zijn opgenomen in de volgorde van lijstnummering zoals deze door de Kiesraad is vastgesteld. Wij leggen daarbij de nadruk op fiscale standpunten die gevolgen hebben voor het Nederlandse familiebedrijf en/of haar aandeelhouders.
Standpunten politieke partijen – enkele trends
Op de agenda van de politieke partijen staan relevante onderwerpen voor het familiebedrijf. De verkiezingsuitslag zal een belangrijke indicatie zijn voor de maatregelen die impact hebben op het familiebedrijf in 2026 en de jaren daarna. Voor uw gemak hebben wij hierna een aantal fiscale thema’s op een rij gezet waarbij per thema op hoofdlijnen de politieke trends en ontwikkelingen zijn toegelicht.
De bedrijfsopvolgingsregelingen (BOR) in de inkomsten- en schenk- en erfbelasting heeft tot doel de continuïteit van het familiebedrijf te waarborgen. Met de BOR worden fiscale belemmeringen bij het overdragen van de onderneming aan de volgende generatie beperkt. Wijzigingen in de BOR kunnen ingrijpend zijn voor het familiebedrijf.
Per 2024 en per 2025 zijn diverse aanpassingen gemaakt binnen de BOR door deze enerzijds te vereenvoudigen en anderzijds te beperken. Twee versoberingen zijn nog niet in werking getreden, doordat deze zijn gekoppeld aan de inwerkingtreding van twee andere maatregelen. Deze andere maatregelen zijn versoepelingen van de BOR voor kleine belangen in familiebedrijven.
Veel politieke partijen besteden opnieuw aandacht aan de BOR. De standpunten lopen daarbij uiteen van instandhouding en uitbreiding van de regeling tot volledige afschaffing. Daarbij wordt de afschaffing door sommige partijen gekoppeld aan de introductie van een rentevrije lening voor personen die via een erfenis of schenking een bedrijf verkrijgen en over onvoldoende middelen beschikken om de erf- en schenkbelasting of inkomstenbelasting direct te betalen. Andere partijen stellen voor de schenk- en erfbelasting volledig af te schaffen, waardoor de BOR niet meer nodig is.
De politieke standpunten die gevolgen hebben voor de aandeelhouders van het familiebedrijf hebben wij in deze uitgave in vier fiscale thema’s uiteengezet, namelijk het box 1-tarief, het box 2-tarief, de heffing over inkomen uit sparen en beleggen in box 3 en de behandeling van schulden aan de eigen vennootschap (‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’). Uit de verkiezingsprogramma’s kan worden afgeleid dat de invulling van het huidige boxensysteem in de inkomstenbelasting de aandacht heeft bij de meeste partijen. Ook hier lopen de standpunten zeer uiteen.
Enkele partijen kiezen voor een grote herziening van het stelsel van belasting en toeslagen; bij deze partijen is de spreiding in het koopkrachtbeeld relatief groot. Voor sommige partijen is invoering van één tarief in box 1 (een ‘vlaktaks’) - waarbij het tarief daalt naar 20% - een maatregel om de overheidsfinanciën op orde te krijgen. Andere partijen zijn voorstander van een vier- of vijfschijvenstelsel waarbij de lagere tarieven worden verlaagd naar 30% tot 33,36% en het box 1-toptarief wordt verhoogd naar 55% vanaf € 100.000. Ook wordt gepleit voor invoering van een extra heffing op excessieve bonussen, invoering van een hoger tarief voor mensen die meer verdienen dan de Balkenendenorm (2025: € 246.000) en invoering van een ‘miljonairsbelasting’.
Ook bij de heffing over inkomsten in box 2 (aanmerkelijk belang) lopen de standpunten uiteen, van een verlaging van het huidige box 2-tarief met enkele procenten, het handhaven van huidige tarief tot het verder verhogen naar het box 2-tarief naar 35%. Een enkele partij is voorstander van invoering van een jaarlijkse voorheffing in box 2 (tegen het lage box 2-tarief) over een forfaitair rendement van 4% op het vermogen in de vennootschap.
In de verkiezingsprogramma’s van de meeste partijen is oog voor de huidige problematiek van de belastingheffing over inkomsten uit sparen en beleggen (box 3). In veel verkiezingsprogramma’s wordt het huidige box 3-stelsel vervangen voor een heffing over daadwerkelijk rendement, al dan niet in combinatie met tariefsverlaging dan wel verhoging (waarbij ook wordt gepleit voor een progressief box 3-tarief oplopend naar 40%). Tevens wordt gepleit voor invoering van een vermogensbelasting voor vermogens groter dan € 1 miljoen en invoering van een exit- en trailingheffing (inwonerschapsfictie) voor vermogenden die emigreren.
Met oog op het lenen van de eigen vennootschap schaffen een aantal partijen de drempel voor schulden bij de eigen vennootschap af, inclusief de uitzondering voor eigenwoningschulden.
Veel politieke partijen opperen maatregelen waardoor vastgoed zwaarder zal worden belast, hoewel ook hier de standpunten uiteenlopen. Zo wordt niet alleen voorgesteld om de hypotheekrenteaftrek te behouden, maar ook om deze (gefaseerd) af te schaffen, hoewel partijen sterk verschillen in het tempo waarmee ze dit doen (van een kabinetsperiode tot aan een afbouwperiode van 30 jaar). Daarnaast worden maatregelen geopperd om de overdrachtsbelasting voor bepaalde situaties aan te passen waarbij wordt gedacht aan tariefsverlaging, tariefsverhoging evenals tariefshandhaving.
Het Nederlandse familiebedrijf wordt in veel verkiezingsprogramma’s geroemd vanwege haar maatschappelijke positie, haar gerichtheid op de lange termijn en duurzame groei. Desondanks lopen de maatregelen die gevolgen hebben voor familiebedrijven uiteen. Zo worden familiebedrijven onder de meeste verkiezingsprogramma’s geconfronteerd met een hoger vennootschapsbelastingtarief (oplopend tot 30%). Een aantal politieke partijen is voorstander van een verlaging van het vennootschapsbelastingtarief.
De innovatiebox wordt door de meeste politieke partijen gehandhaafd. Een enkele partij is voorstander van een verlaging van het 9%-innovatiebox-tarief naar 6%, hoewel ook wordt gepleit voor het verhogen van het 9%-innovatiebox-tarief naar 14% en een volledige afschaffing van de innovatiebox.
Ook maatregelen gericht op beperkingen in de verliesverrekening en internationale belastingontwijking kunnen gevolgen hebben voor het familiebedrijf. Zo wordt gepleit voor het beperken van de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting door de carry forward te beperken tot 6 jaar en geen carry back meer toe te staan. Daarnaast zijn er partijen die voorstander zijn van het verder beperken van de mogelijkheden tot het aftrekken van rente, hoewel ook wordt gepleit voor een verruiming van de generieke renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting.
Het Nederlandse fiscale stelsel wordt in steeds grotere mate beïnvloed door internationale fiscale ontwikkelingen. Nederland heeft de afgelopen jaren werk gemaakt van de implementatie van fiscale anti-ontwijkingsmaatregelen. Bij veel politieke partijen staat de expatregeling in het verkiezingsprogramma. Ook hier lopen de standpunten uiteen van het in stand laten van de belastingkorting voor kennismigranten (de expatregeling) waarbij de toelatingseisen worden aangescherpt of wordt gepleit voor het versoberen en afschaffen van de regeling.
Duurzaamheid is bij deze verkiezingen duidelijk een belangrijk thema. Dat komt ook tot uitdrukking in de vele fiscale maatregelen die de meeste partijen zouden willen invoeren. Dat varieert van het invoeren van een kilometerheffing en vrachtwagenheffing tot aanpassingen in de vliegbelasting en energiebelasting, het belasten van de uitstoot van CO₂ -uitstoot, het invoeren van een plastictax en een nieuwe verpakkingenbelasting. Enkele partijen pleiten voor minder fiscale maatregelen in de milieusfeer.
Contact
Heeft u na het lezen van deze uitgave behoefte aan een nadere toelichting op een of meer onderwerpen? Of heeft u interesse in een vrijblijvend kennismakingsgesprek? Neem dan contact op met uw Loyens & Loeff-adviseur of met een van onze adviseurs van het team Family Owned Business & Private Wealth. Wij helpen u graag verder.