Dit volgt uit een herziening van het eerdere besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 23 april 2015, nr. DGB 2015/584M (Stcrt. 2015, 12171). Gebleken is dat verschillende verdragslanden de 12-maandenregel uit het OESO-commentaar op art. 15 van het OESO-Modelverdrag niet toepassen. Hierdoor ontstaan situaties van dubbele belastingheffing en dubbele niet-heffing. De staatssecretaris vindt het daarom wenselijk dat de toerekening van de ontslagvergoeding aan de werklanden plaatsvindt op basis van:

  • de totale diensttijd waarop de ontslagvergoeding is gebaseerd, of, als daarvoor te weinig gegevens beschikbaar zijn
  • een redelijke benadering van de toerekening over de werklanden voor de relevante volledige diensttijd, of, als ook dat niet mogelijk is
  • de laatste twaalf maanden voorafgaand aan de einddatum van de arbeidsovereenkomst.

Om in Nederland een vrijstelling in de loonbelasting te kunnen toepassen op de ontslagvergoeding moet het (andere) werkland het heffingsrecht hebben gehad over de reguliere looninkomsten tijdens de toegerekende periode.

Het lijkt erop dat de staatssecretaris de bovenstaande toerekening regel als vaste volgorde beschouwt. Daarmee ontstaat de mogelijkheid dat wederom mismatches ontstaan, maar nu met andere verdragslanden. Vanuit de gedachte dat het voorkomen van dubbele heffing en dubbele niet-heffing leidend moet zijn, zou het logisch zijn de keuze te mogen maken voor de toerekening regel die bij de betreffende situatie past.

Mocht u vragen hebben over het bovenstaande, dan kunt u contact opnemen met uw gebruikelijke contactpersoon of met een van de belastingadviseurs van ons Employment & Benefits team.