Een recall kan ‘stil’ zijn, wat betekent dat het publiek er doorgaans geen weet van zal hebben. Als een producent erachter komt dat er iets mis is gegaan met de productie of etikettering, kan deze de producten doorgaans nog uit het eigen magazijn halen of uit het magazijn van de supermarkt (voordat het product in de schappen is gezet).

Als dat niet meer mogelijk is, omdat het product al in de winkels heeft gestaan dient er een openbare recall plaats te vinden. Bij een openbare recall worden er op websites en in de winkel meldingen gedaan van de recall. Zodoende proberen de producenten dan de al verkochte producten terug te roepen. Als sprake is van een openbare recall, waarbij ook producten over de grens (kunnen) zijn verkocht, wat al snel het geval is, wordt ook een Europese melding gedaan, via het meldingssysteem van de Europese Unie, het Rapid Alert System for Food and Feed  (RASFF). Het land waar de openbare recall speelt dient die melding te doen.

Nederland heeft de laatste jaren zo’n 500 RASFF-meldingen gedaan in de EU. Dat zijn er relatief veel

Nederland heeft de laatste jaren zo’n 500 RASFF-meldingen gedaan in de EU. Dat zijn er relatief veel. Alleen Duitsland heeft meer meldingen gedaan, alle andere EU-lidstaten zitten onder de 300 meldingen per jaar. Op zich is dat niet zo gek, omdat Nederland een grote (primaire) voedingsmiddelenindustrie heeft en veel exporteert. Toch is het aantal recalls de laatste tijd ook in Nederland flink gestegen. De oorzaak: een vervelende stof genaamd ethyleenoxide.

Ethyleenoxide

Ethyleenoxide is een synthetische stof die wordt geproduceerd voor allerlei toepassingen in de chemische industrie. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt bij de productie van antivries en polyester, en als grondstof bij de productie van schoonmaakmiddelen en cosmetica. Volgens Europese regelgeving moet een verpakking ethyleenoxide ook worden gelabeld met de bekende waarschuwingsbordjes als zijnde brandbaar, irriterend, giftig en andere gevaarlijke eigenschappen.

Dat een dergelijke stof in voedingsmiddelen kan zitten of kan hebben gezeten lijkt misschien verwonderlijk, maar is dit niet als men de vergevorderde wijze beschouwt waarop wij voedingsmiddelen behandelen. De stoffen die producenten gebruiken om voedingsmiddelen te kleuren, de houdbaarheid verlengen of de smaak te beïnvloeden zijn lang niet allemaal ‘natuurlijk’. Veel van de in de EU toegelaten (veilige) E-nummers bevatten synthetische chemische stoffen die ook voor andere (chemische) producten kunnen worden gebruikt.

Ethyleenoxide is echter niet toegestaan als grond- of hulpstof in voedingsmiddelen in de EU, maar in andere landen (zoals India) wel. Zodoende kan het dus voorkomen dat in Nederland producten op de markt komen die zijn behandeld met (producten gebaseerd op) ethyleenoxide. Omdat ethyleenoxide een desinfecterende werking heeft, kan het een nuttige toepassing hebben om producten langer te beschermen tegen infecties.

Het is echter gekwalificeerd als ‘carcinogeen, mutageen en reproductietoxisch’ vanwege de kankerverwekkende eigenschappen. Dergelijke ‘CMR-stoffen’ mogen dan ook niet in voedingsmiddelen zitten omdat voor deze stof volgens wetenschappelijke studies geen ‘safe level of exposure for consumers’ bestaat.

Recalls

In 2020 waren er al veel recalls veroorzaakt door ethyleenoxide, met name omdat sesamzaad uit India als standaardpraktijk werd behandeld met het middel. Alle producten die met dergelijke besmette zaden waren geproduceerd moesten als onveilig worden geclassificeerd en uit de handel worden gehaald. In de periode oktober – december 2020 heeft iedere supermarkt en hebben veel producenten van crackers en dergelijke zulke openbare recalls uitgevoerd.

De EU lijkt – begrijpelijk – aan te sturen op ‘zero tolerance’

Het stopte echter niet bij sesamzaad. Veel meer producten blijken te zijn behandeld met ethyleenoxide en ook in 2021 blijven de recalls doorgaan. Momenteel staan er waarschuwingen uit voor crackers, slaappillen (melatonine tabletten), haringfilets, vitaminepillen, gemberextract, sojaproducten en zelfs instant vermicelli met sparerib-smaak (al vragen we ons af hoe vaak die laatste wordt verkocht). Ook in andere landen regent het recalls voor ijs, thee, sladressing, smeerkaas en desserts.

De verwachting is dat er nog veel meer recalls (openbaar en stil) zullen volgen, omdat producenten zeker moeten stellen dat er geen enkele ethyleenoxide in het product zit. Dit is soms ingewikkeld omdat ethyleenoxide op grond van de toepasselijke wetgeving een laagste detectiegrens heeft van 0,1mg/kg. Het is daaronder – kort gezegd – niet wetenschappelijk vast te stellen of het stofje nou in het product zit of niet.

Vanuit belangenorganisaties zoals Foodwatch is sterk gelobbyd om producten uit de markt te laten halen zodra bekend is dat er een mogelijke besmetting is (geweest) met ethyleenoxide. Het voorzorgsbeginsel steunt deze lezing. Vanuit andere hoek- sommige lidstaten en organisaties - is gelet op het blijkbaar brede gebruik van ethyleenoxide aangevoerd dat alleen producten met aangetoonde aanwezigheid van ethyleenoxide (boven de detectiegrens) uit de markt moeten worden gehaald. Omdat (enkel) het langdurige veelvuldig consumeren van de stof tot gezondheidsrisico’s zou leiden zou dat een acceptabele aanpak zijn.

De EU lijkt – begrijpelijk - aan te sturen op ‘zero-tolerance’. Dat zou betekenen dat we de komende tijd nog veel briefjes in de supermarkt zullen zien hangen.

Dit artikel is geschreven door: Victor van Ahee en Willem-Friso Haagsma en is eerder gepubliceerd in De Jurist.